1 |
 |
“...instemming
van de meerderheid van den Volkenbondsraad gewijzigd worden.
Polen heeft voorts ook moeten goedvinden, dat ieder lid van den Volkenbondsraad
het recht zal hebben om de aandacht van den Raad te vestigen op elke inbreuk
of gevaar van inbreuk op de voorschriften der tractaten, en, dat de Raad zoodanige
handelingen kan verrichten en zoodanige instructies kan geven als hij in de gègeven
omstandigheden geschikt, en effectief acht. Verder kan ook om een beslissing of het
advies van het Permanente Hof van Internationale Justitie verzocht worden, indien
er tusschen Polen en een der voornaamste geallieerde en geassocieerde mogendheden
of een ander lid van den Volkenbondsraad, een geschil is omtrent feiten of rechten
betrekking hebbende op de artikelen van het tractaat.
§ 3. Wijze waarop klachten van minderheden door den Volkenbondsraad werden
onderzocht
De vele petities, die door minderheden van verschillende landen zijn ingediend,
werden door het Secretariaat van den Volkenbond opgevangen...”
|
|
2 |
 |
“...de petitionneerende minderheid en den staat waartoe deze minderheid
behoort;
3°. zij mochten niet van anoniemen of duisteren oorsprong zijn;
4°. zij mochten niet in heftige bewoordingen zijn gesteld;
5°. zij moesten inlichtingen en feiten behelzen, die niet kort geleden het onder-
werp van een petitie aan den Volkenbond waren.
Deze (zeer beknopt beschreven) procedure van den Volkenbondsraad is her-
haaldelijk scherp becritiseerd. Ook zijn verbeteringen voorgesteld o.a. het benoemen
van een permanente commissie van Volkenbondsraadsleden; het benoemen van
vertegenwoordigers van den Volkenbond in de landen met minderheden, welke
vertegenwoordigers geregeld 'aan den Volkenbond over minderhedenkwesties moeten
rapporteeren; de instelling van verzoeningscommissies ter plaatse, bestaande üit
vertegenwoordigers van Regeering en minderheid.
Macartney, de Engelsche schrijver van National states and national minorities,
beveelt nog een andere oplossing aan. Indien de artikelen van het tractaat als...”
|
|
3 |
 |
“...of niet tot een minderheid zouden behooren.
Dezelfde Conventie bepaalt in artikel 131: „Welke de taal is van een leerling of
kind wordt uitsluitend bepaald door een mondelinge of schriftelijke verklaring van
de persoon, die volgens de wet verantwoordelijk is voor de opvoeding van de
leerling of het kind. Deze verklaring mag niet door de schoolautoriteiten geveri-
fieerd of aangevochten worden.”
Over de interpretatie dezer beide artikelen zijn als gevolg van bij den Volken-
bondsraad en het Permanente Hof van Internationale Justitie in de jaren 1926 tot
1928 voorgebrachte klachten van Duitsche zijde, beslissingen door genoemde col-
leges genomen, die het absolute subjectieve beginsel min of meer aantasten. De
geschiedenis van de zaak, die ontstaan is doordat in Poolsch gebied door Poolsche
ï) Wel echter in de vredesverdragen met Hongarije, Oostenrijk, Boelgarije en Turkije, zoomede de
Conventie betreffende Opper-Silezië.
s) De aandacht van den lezer zij er op gevestigd, dat in deze en volgende...”
|
|
4 |
 |
“...ouder dan 18 jaar, opteeren voor een andere nationaliteit, maar moet dan binnen
een bepaalden termijn zijn domicilie verplaatsen naar het land waarvoor ge-
opteerd is.
§ 9. Vrijheid van godsdienst2)
In artikel 2, 2de lid van het Poolsche tractaat wordt aan alle inwoners (habitants)
het recht verzekerd van de vrije uitoefening van godsdienst hetzij in het openbaai
1) In den Franschen tekst staat „y étant domiciliés”, in den Engelschen tekst „habitually resident
there”. Volgens een advies van het Permanente Hof van Internationale Justitie van 15 Sept. 1925 be-
teekenen deze woorden permanent gevestigd zijn, dus met de bedoeling er te blijven.
2) De gegevens omtrent Turkije, Egypte, Irak en Iran zijn ondeend aan: The Church and the State
(vol. VI van de uitgaven van de Tambaran-conferentie van 1938, gepubliceerd door de International
Missionary Council).
I}?...”
|
|
5 |
 |
“...het Poolsche deel onder bepaalde voorwaarden
onteigenen. Niet geliquideerd mogen worden: de goederen, rechten en belangen
van onderdanen van Duitsche nationaliteit of van maatschappijen beheerd door
deze onderdanen. Geschillen over de interpretatie van de hierop betrekking heb-
bende artikelen 6 tot en met 22 worden onderworpen aan de beslissing van het
Permanente Hof van Internationale Justitie, dat in twee groote zaken uitspraken
deed. Eén dezer zaken, een klacht der Duitsche Regeering tegen een voorgenomen
onteigening van tien groote landgoederen door de Poolsche Regeering, eindigde na
een lang proces in een beslissing van het Permanente Hof, waarbij de aanklager
t.a.v. vijf dier goederen in het gelijk en t.a.v. de vijf andere stukken land in het
ongelijk werd gesteld. Maar toen het dan tot de onteigening van de laatste vijf
landgoederen zou komen, had Polen geen geld om te onteigenen! De schrijver van
het boven reeds genoemde boek „The International experiment of Upper-Silesia”,
Georges...”
|
|
6 |
 |
“...scholen nog geldelijk steunen en, zoo ja, naar welke grondslagen?
Algemeen neemt men aan, dat onder scholen alle drie soorten van scholen verstaan
moeten worden.
De Albaansche regeering meende zich op het standpunt te stellen — zich beroe-
pende op de voorgeschreven gelijke behandeling van den eersten zin van boven-
genoemd artikel — dat zij het bijzonder onderwijs van minder- en meerderheid
kon af schaffen. Een klacht der minderheid was voor den Volkenbondsraad aan-
leiding het advies van het Permanente Hof van Internationale Justitie te vragen,
die het beroep van de Albaansche regeering op het artikel onjuist achtte en de
minderheid dus gelijk gaf.
Absoluut onwettig was dus het algeheele verbod van bijzonder onderwijs voor
Yougoslavië uitgevaardigd in de z.g. Woiwodina, dat vóór 1914 Hongaarsch was,
in het Noordoosten van Yougoslavië, waar 27 pet. van de bevolking uit Magyaren
en 23 pet. uit Duitschers bestaat. Alleen de Roemenen (ruim 5 pet. van de bevol-
king) hadden er het voorrecht op...”
|
|