Your search within this document for 'hindi' resulted in two matching pages.
1

“...Vrijheid van het gebruik van de taal Dhirendranath Sen meent dat er in dit land van ongeveer een dozijn hoofdtalen en ruim 200 dialecten geen taalkwestie’s zouden bestaan. De meest verbreide taal schijnt Hindoestani te zijn, dat in twee vormen geschreven en gesproken wordt: i°. Oerdoe, de taal van de oude Mohammedaansche over- heerschers en van de tegenwoordige Mohammedanen, die prefereeren haar in Arabisch schrift te schrijven; bovendien is zij doorspekt met Perzische en Arabische woorden; 20. Hindi, d.i. dezelfde taal, maar door Hindoe’s in Sanskrit-schrift geschreven met gebruik van vele Sanskrit woorden in geschreven en gesproken taal. In Madras spreekt men Teloegoe, Tamil en Kanareesch; 50 millioen Benga- leezen spreken Bengali en dan zijn er nog belangrijke talen als Pandjabi, Goedje- rati, Radjastani, Sindhi, enz. Ongeveer 2•§ millioen Indiërs spreken Engelsch. De omgangstaal van ontwikkelde Indiërs uit verschillende deelen -van dit sub-continent is, volgens de Commissie- Simon, Engelsch...”
2

“...ontstonden er al dadelijk taalkwesties, die Dhirendranath Sen toch wel voorzien moet hebben. De Congrespartij wil Hindi als nationale taal propageeren, maar natuurlijk stemmen de Mohammedanen daarmee niet in; zij willen hun Oerdoe- taal behouden. In een in 1938 gepubliceerd rapport van een Commissie, die op last van den Raad van de Moslim League, een onderzoek instelde naar allerlei klachten van Mohammedanen in Congres-provinciën, wordt o.m. gezegd: „Als een klein land als Zwitserland het zich kan permitteeren, om in drie talen onderwijs te geven, dan kan er toch in een Indische provincie ook wél in meer dan één taal onderwezen Worden.” Deze felle tegenstand der Mohammedanen weerhield de Congres-regeeringen om in Noord-India hun ideaal door te drijven, maar in Madras Waar Tamil, Teloegoe en Kanareesch gesproken wordt, wilde hun regeering in enkele klassen der mid- delbare scholen Hindi als een verplicht vak invoeren, doch dit verwekte een dusdanige stormachtige verontwaardiging, dat niet minder...”