1 |
|
“...feite-
lijk deel aan een grootere, wanneer dit op basis van vrijheid
en gelijkheid geschiedt. Wanneer in Indonesië een bepaald deel
van de bevolking (b.v. de mannen boven 21 jaar), dat belang-
hebbend is wat betreft ’s lands bestuur, tevens voldoende deskun-
dig mag worden geacht, dan is een stemming door deze groep
over wenschen in zake het bestuur of de verkiezing van per-
sonen, welke de dragers van deze wenschen zijn, decisief, mits
de uitwerking van de wenschen voor de critiek van de wereld
tolerabel is. De Indonesische gemeenschap neemt feitelijk deel
aan de wereldgemeenschap, zoodra zij zich als gemeenschap
presenteert. Zij doet dit niet via de tusschenkomst van het
Koninkrijk omdat zij daaraan nooit feitelijk deelgenomen heeft.
Er was geen sprake van vrijheid en gelijkheid. Deelname aan de
’Nederlandsche gemeenschap, aan het Koninkrijk, is slechts moge-
lijk, wanneer zulks de wensch blijkt van de Indonesische gemeen-
schap. De Republiek Indonesia nu is een feit, wanneer dit bij de
stemming...”
|
|