1 |
 |
“...) zou immers van geen. beteekenis zijn, indien de Koning
zijn vertegenwoordiger niet ook bevelen zou mogen geven. Een
waarschuwende stem om groote omzichtigheid bij de toepassing
van dit aanwijzingenrecht te betrachten ontbreekt niet. Daar staat
echter een ander inzicht tegenover, hetwelk een ruim gebruik
van dit recht aanbeveelt, wijl juist in de „aanwijzingen” des
Konings en in de afhankelijkheid van den Gouverneur-Generaal
van de Kroon middels zijn verantwoordings- en inlichtingenplicht
de spil wordt gezien, waaromheen de eenheid des Koninkrijks
en de verbondenheid van Indië met Nederland draait. Weer een
ander wenschte naast de verantwoordelijkheid aan de Kroon een
wettelijk omschreven verantwoordingsplicht van den Gouvernetir-
Generaal aan den Volksraad, met betrekking tot die aangelegen-
heden, waarvoor Nederlandsch-Indië zelfstandig is gedacht.
De door eenige medewerkers — op het voetspoor van prof.
Eigeman — vermelde suggestie den Gouverneur-Generaal als lid
van het Nederlandsche...”
|
|