Your search within this document for 'Indonesia' resulted in five matching pages.
1

“...centrale organen eerder belemmerend zouden kunnen werken op de goede functionneering der afzonderlijke landsvertegenwoor- digingen. De Republiek Indonesia ware reeds nu de facto te erkennen, welke erkenning in het pact in een de jure erkenning ware om te zetten. Bepaalde punten van samenwerking zouden nader in subtrac- taten van geval tot geval kunnen worden uitgewerkt. Aan de Nedcrlandsche wetgevende macht zou dan weliswaar slechts blijven voorbehouden het grondverdrag en de latere verdragen (c.q. overeenkomsten) te ratificeeren — zooals deze tot taak heeft de volkenrechtclijke verdragen en overeenkomsten goed te keuren —■, niettemin acht deze groep medewerkers dit een belangrijke taak. Ook overigens, zoo betoogden zij, kan in de hier geschetste samenwerking op economisch, sociaal en cultureel gebied voor de Nederlanders en Indonesiërs een grootsche taak zijn weggelegd. Om een nauw samengaan te bevorderen zouden over en weer Hooge Commissarissen kunnen worden aangesteld; ook waren int...”
2

“...Nederlandsche volk nu, meer dan voor den oorlog, begrip heeft voor de vragen, die Indonesië tot Nederland richt met betrekking tot nationale vrijheid en zelfbeschikking. Het grootste gedeelte van het Nederlandsche volk staat achter de belofte van 1942, ook al is haar verwezenlijking bedoeld voor een later tijdstip en als besluit van een veel geleidelijker ontwikkeling. Voor wat Indonesië aangaat: groote groepen Indonesiërs willen samenwerken met Nederland. Trouwens ook de regeering van de Repoeblik Indonesia heeft daaromtrent haar standpunt bepaald, dat niet afwijzend is en dat vervat is in een bekendmaking ) waaraan het Werkcomité der Nationale vergadering haar goed- keuring heeft gehecht. Wat ten slotte het internationale aspect betreft, zoo meenen deze i) Bekendmaking d.d. 1 November 1945: Wij weten, dat de positie van ons land ons voor de geheele wereld een groote verantwoordelijkheid op de schouders legt. Wij haten geen enkel volk, ook het Nederlandsche niet en zeer zeker niet de Indo-Europeanen...”
3

“...is misschien de toenmalige Gouverneur-Generaal buiten zijn boekje gegaan. Dit is obk het geval mét thans aan het Indonesische volk gedane beloften. Laat men zich hier thans niet ten tweeden male achter verschuilen. De inzender geeft dan als zijn wenschen voor de komende samenspraak: i°. zij vinde zoo spoedig mogelijk plaats; 2°. er zij geen Nederlandsche invloed op de benoeming van de Indonesische afgevaardigden; 30. vooraf ga officieele erkenning van de volledige vrijheid van de Republiek Indonesia om zelf uit te makeh of zij zich wil opheffen om op te gaan in het Koninkrijk, eni, zoo ja, in welken vorm, of dat zij als zoodanig wenscht te blijven bestaan én welke in dat geval haar verhouding tot Nederland zal zijn; 40. onbaatzuchtige voorlichting van de Indonesische .afgevaardigden door Nederlandsche deskundigen,' waar de eerste dat zouden verlangen; 50, yveeren van alle kapita- listisch-koïpni^le invloeden ter conferentie. 8ï...”
4

“...wenschen voor de critiek van de wereld tolerabel is. De Indonesische gemeenschap neemt feitelijk deel aan de wereldgemeenschap, zoodra zij zich als gemeenschap presenteert. Zij doet dit niet via de tusschenkomst van het Koninkrijk omdat zij daaraan nooit feitelijk deelgenomen heeft. Er was geen sprake van vrijheid en gelijkheid. Deelname aan de ’Nederlandsche gemeenschap, aan het Koninkrijk, is slechts moge- lijk, wanneer zulks de wensch blijkt van de Indonesische gemeen- schap. De Republiek Indonesia nu is een feit, wanneer dit bij de stemming gewenscht blijkt te worden, en deze republiek zich op de juiste wijze gedraagt in de wereldgemeenschap. Van Indone- 82 *) Bedoeld is hier de regeering van het Koninkrijk naar geldend recht. !) De hier weergegeven opmerkingen werden vóór de verkiezingen gemaakt....”
5

“...praealabele vragen worden gesteld, en wel: a. Is Nederlandsch-Indië bereid aan de Rijksconferentie deel te nemen ? en voorts b. Welk Indië zal aan de conferentietafel zitten? Ad a. Er dient van te worden uitgegaan, dat er een adviseerende conferentie wordt voorbereid, waarbij de vier gebiedsdeelen zich zullen beraden hoe op grondwettige wijze de structuur van het Koninkrijk eventueel wijziging zal behooren te ondergaan. Niet derhalve een bijeenkomst waarbij het Rijk in Europa met de Republiek Indonesia een verdrag zal afsluiten, dat eenzijdig door een der partijen opgezegd zal kunnen worden; tot een zoodanige bijeenkomst zal, naar de overtuiging van dezen inzender, Neder- land geen medewerking* mogen verleenen. De regeeringsverkla- ring van Januari 1942 sprak dan ook slechts van het opstellen van aanbevelingen. Ad b. In dezelfde verklaring werd de samenstelling van de Indische delegatie voor de conferentie bepaald door aanwijzing vanwege de Indische Regeering, voor tweederde gedeelte op aan-...”