1 |
 |
“...3g8 BESLUITEN op de ZAMENSTELLING
FORMATIE
VAN DEN
STAF DER INFANTERIE.
GETAL. RANGEN EN BETREKKINGEN. traktementen.
I Generaal der Infanterie... ƒ 10,000
3 Lnitenant-Generaals, Kom-
mandanten van Divifien,
ad ƒ8,000. 24,000
6 Generaal. Majoors, Kom-
mandanten van Brigades,
ad ƒ5,500 33,000
I Majoor, Adjudant van den
Generaal der Infanterie.. 3,000
3 Kapiteins, Adjudanten van
de Kommandanten der Di-
vifien , ad ƒ 3,400 7,200
6 Eerde Luitenants, Adju-
danten van de Komman-
danten der Brigades, ad
ƒ M°° 8,400
30 Totaal, ƒ 85,600 J
Aanmen...”
|
|
2 |
 |
“...434
BESLUITEN op de Z AMENSTELLING
a. In marschtenue met den ranfel , waarin het klein équipe-
ment;
b. In het mouwvest, de ranfel gepakt als boven, zonder de
kapot;
c. In marschtenue met alles in- en op den ranfel;
d. In groote tenue met volle wapening en bepakking.
Bij het einde van iedere maand (doch 's winters om de drie
maanden) wordt, door tusfchenkomst van de Brigade- en Di-
vifie-Kommandanten, aan bet Departement van Oorlog een rap-
port van deze oefeningen ingezonden. Men zal zich echter
niet volflrekt behoeven te houden aan de voorgefchrevene lang-
durigheid der marfchen, die ook niet behoeven plaats te hebben
bij regenachtig weder, maar dezelve verbinden met deze of gene
krijgsbeweging. Een en ander moet zoodanig worden geregeld,
dat men uiterlijk des middags ten 2 ure in het garnizoen terug-
gekeerd is; bij die marfchen moet men enkel het benoodigd
aantal Officieren, Onderofficieren en Korporaals kommanderen,
om de pelotons op de in het Exerciriereglement bepaalde wijze
zamen...”
|
|
3 |
 |
“...bezigtiging van in-
(lellingeu der Artillerie mogten verlangen, en niet in de gele-
genheid waren geweest, om vooraf de toeftemming van het
Departement van Oorlog te vragen en te bekomen, is het vol-
doen aan zoodanig verlangen overgelaten aan de voorzigtigheid
van de Directeurs der Artillerie, of, waar zich geen Directeur
bevindt, aan die van den Kotnmandant der Artillerie, met voor-
kennis van den Plaatfelijken Kommandant • zoodanige hooge
perfonen moeten nogtans fteeds vergezeld wezen door den Di-
recteur der Artillerie of een Officier, door hem daartoe te be-
noemen , en in plaatfen, alwaar geen Directeur der Artillerie
aanwezig is* door den Plaatfelijken Kommandant, den Kom-
mandant der Artillerie of een ander daartoe benoemd Officier.
Hjj, die zoodanige toeftemming verleend heeft, is tevens ge-
houden, daarvan onmiddellijk aan het Departement van Oorlog
verilag te doen, en den Directeur der Artillerie, onder wiens
beheer de bezigtigde inftellingen zich bevinden, daarvan kennis
te geven...”
|
|
4 |
 |
“...KONINKLIJKE AKADEMIE.
597
den, waarop men over de kundigheden der geëxamineerde!! uit.
fpraak doet, zullen worden bepaald bij een fpeciaal Reglement,
hetwelk, met voorkennis van den Befchermheer, door den Di-
recteur aan de goedkeuring van Onzen Minister vin Binnen-
landfcbe Zaken zal worden onderworpen.
Art. 12.
De Leerlingen, die tot de Akademie toegelaten zijn, wor-
den, naar het doel dat zij ztch voordellen, gerangichikt onder
vier verfchillende afdeelingen , als:
i°. Die, welke verlangen opgeleid te worden tot zoodanige
betrekkingen in *s Lands dienst, zoo binnen het Rijk als
in de Koloniën, waartoe eene geheel wetenfehappenlijke
opleiding noodig is, zoo als voor den Waterllaat, de
mijnwerken enz., en aan welke men alzoo, wanneer zij
eenmaal op de wijze, hieronder te vermelden, ais Leer-
lingen voor die vakken zullen zijn erkend, het Jlellig
vooruitzigt geeft, dat zij , na behoorlijk volbragte ftu.
dien, in zoodanige betrekkingen geplaatst zullen worden.
20. Die, welke zich beftemmeu...”
|
|
5 |
 |
“...heeft, een getuigfchrift van bevoegde perfonen,
dat hij zich daarin behoorlijk gekweten heeft van zijne
verpligtingen;
e. Wanneer het verzoek drekt, om te worden benoemd tot
Ambtenaar der eer/ie klasfe, het bewijs, dat de verzoe--
ker is Doctor in de regcen, mitsgaders een door de Ko-
ninklijke Akademie te Delft afgegeven diploma voor de
Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indie;
f. Wanneer het verzoek drekt, om te worden benoemd tot
Ambtenaar der tweede klasfe, een te Delft afgegeven di-
ploma, op den voet van art. 14 van Ons befluit van den
2oden October jongstl., n°. 55;
g. Wanneer het verzoek drekt, om te worden benoemd tot
Ambtenaar der derde klasfe, het bewijs, dat de verzoe-
ker het Lager en Middelbaar Onderwijs met lof heeft
doorgeloopen.
Art. 6.
In het algemeen zullen geene andere perfonen als Ambtenaren...”
|
|
6 |
 |
“...de Bank, alsmede om
voor te komen de opkoopingen of monopoliën, waartoe des-
zelfs vermogen aanleiding zoude kunnen geven, wordt hiermede
uitdrukkelijk vastgefteld, dat dezelve gedurende den loop van
dit Octrooi niet zal vermogen te koopen, inruilen of verkrij-
gen , eenige waren, koopmanfchappen of goederen, hoe ook
genaamd, noch eenige effecten of credieten, ten laste van den
Staat, buitenlandfche Mogendheden, of bijzondere ingezetenen,
dat dezelve niet zal vermogen eenig aandeel te hebben, of di-
rect of indirect deel te nemen in eenigen buiten- of binnen-
landfchen handel, bedrijven en compagniefchappen van fchepen,
asfurantien, visfcherijen, fabrijken, trafijken, landbouw of eenige
andere hoegenaamd; en dat dezelve niet zal vermogen te koopen
of bezitten eenige vaste goederen, uitgezonderd alleen zooda-
nige localen, als zij tot haar eigen gebruik zal noodig hebben;
en zal in cas van contraventie, de Directie of de leden van
dezelve, die zich daaraan fchuldig mogten hebben gemaakt,
gehouden...”
|
|