1 |
|
“...worden beëedigd bij de Collegien, waarbij zij
zijn toegelaten, op requificoir van het Openbaar Ministerie, en
leggen den navolgenden eed of belofte af:
„ Ik zweer (belove) getrouwheid aan den Konipg,
„ gehoorzaamheid aan de Grondwet, eerbied voor de
„ Regterlijke Autoriteiten; en dat ik geene zaak zal
„ aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet ge-
„ loove regtvaardig te zijn.”
Art. 6. Zij worden door den Griffier op een tableau ge-
field , voor de eerfte maal naar de dagteekening hunner promo-
debrieven.
Indien zij eenige betrekking erlangen, waarmede, of ten ge-
volge van dit Reglement, of van andere bepalingen, het be-
roep van Advocaat onvereenigbaar is, worden zij op hunne
aangifte, of op requifitoir van het Openbaar Ministerie, van
het tableau geroijeerd.
Art. 7. Behalve de onbeftaanbaarheid, waarvan in art. 8 der
Wet op de zamenftelling der Regterlijke Magt en het beleid
der Justitie is melding gemaakt, is het beroep van Advocaat
mede onbeftaanbaar met dat van Procureur, behoudens...”
|
|