Your search within this document for 'meetbrief' resulted in two matching pages.
1

“...twintig nren na de afgifte van den meetbrief mogen eifchen, ten koste van ongelijk, een5 hermeting door twee andere ambtenaren of deskundige onzijdige perfonen. Art. 303. De meetbrieven zijn niet langer geldig, dan twee jaren na den dag der uitgifte. De eerfte reize, dat, na verloop van dien termijn, de Ne- derlandfche fchepen ftaan uit te gaan en de vreemden binnen- komen , zal eene hermeting moeten plaats hebben, en, naar de uitkomst daarvan, een nieuwe meetbrief worden verleend. Art. 304. Ieder to; de meting gecommitteerd ambtenaar is bevoegd, en, in geval van vermoeden van kwade trouw, ver- pligt, om alle door anderen gedane metingen, wanneer de fche- pen zijn ongeladen, buiten kosten der fchippers, door herme- ting of anderzins te verifiëren, en, bij ontdekking van verfchil, zulks op den meetbrief aan te teekenen. Zullende, bij bevinding van meerdere ruimte, daarvan dade- lijk de fuppletie moeten worden voldaan voor zoo vele malen, als vroeger op den meetbrief betalingen zijn gefchied. De...”
2

“...A C C IJ N S E N. 745 en 294, respectivelijk voor de uitvaart of binnenkomst, met uitdrukking, altoos van de plaats der afgifte en den datum van den meetbrief; Van de betaling zal mede telkens , met vermelding van dag en jaartal, aanteekening worden gedaan op den meetbrief, die altoos aan de belanghebbenden moet worden teruggegeven, tot dat dezelve is vervallen en ter intrekking wordt overgeleverd bij de vertooning, als voren, van den nieuwen meetbrief, vol- gens art. 303 verkregen. Zullende by de eerfte betaling ook het duplicaat van den meetbrief overgelegd en ten kantore te- ruggehouden moeten worden.' Art. 306., Bij elke nieuwe betaling van het tonnegeld der fchepen van de eerfte en tweede klasfe, op het uitgaan of in- komen, zal de vroeger verleende lastbrief ten kantore worden ingetrokken. _ De Intrekking van den lastbrief der fchepen van de derde klasfe zal, even als van de uitgaande paspoorten, ter laatfte wacht plaats hebben. Art. 30^. Aan geene het tonnegeld onderworpene fchepen...”