1 |
|
“...huisvesten, afgefcheiden van de bede-
laars; daar verdrekte men geene levensmiddelen, dan in beta-
ling van reeds verrigten arbeid. Behalve dat nu in de jaren
1821, 1822, 1823 en 1824 achtereenvolgende de 4de, 6de en
7de kolonie werd daargedeld, terwijl de 5de die rondom den
Ommerfchans bleef uitmaken, werd in het jaar 1823 de 8de
kolonie, Veenhuizen, gemeente Norg, in de provincie Dren-
the, aangelegd. De Maatfchappij werd door koop eigenaresfe
van Veenhuizen, met een daaraangrenzend uitgedrekt fluk
veen- en veldgrond (juim 3000 morgen), ongeveer één uur
van de zoogenaamde Norgervaart liggende, en gemeenfchap
hebbende met de Drentfche hoofdvaart van Asfen op Meppel,
In het volgende jaar 1824 zijn op deze heide drie ontzettend
groote gebouwen gedicht, en tot den ontvangst van 4000
kinderen en 300 arbeiders- huisgezinnen gereed gemaakt.
De koloniën zijn op woeste, nieuw ontgonnen gronden
gevestigd, en afgefcheiden van de omliggende dorpen en
plaatlèn, waartoe echter de toegang den kolonisten...”
|
|