1 |
 |
“... wanneer hjj de LatiJnfche fcholen frequenteert, of, bijzonder
onderwijs in de Latijnfche taal genietende, een bewijs daarvan, door eenen
rector der Latijnfche fchool geteekend, kan overleggen, een ’s jaarlijks
fchoolgeld van ƒ 25 worden voldaan; art. 6, voor eiken zoon van een’ pre-
dikant, die op eene der Nederlandfche hoogefcbolen of athenasa ftudeert,
zal, boven het kinder-geld, een akademie-geld van f 50 ’sjaars worden ge-
accordeerd, op attest van den rector der hoogefchool of van het atheneum.
Dit zal gedurende den tQd van zes jaren genoten worden; ftudeert hij in
de godgeleerdheid, wordt die fom tot f 100 verhoogd, onder den naam van
theologisch akademie-geld. De voormelde kinder-, fchool-en akademie-
gelden zullen ook genoten worden, ten behoeve der kinderen, door de we-
duwen der predikanten, of, bij bet overlijden van beide de ouders, door
derzelver voogden. Men vindt dit befluit in het Handboek voor Hervormde
■predikanten enz., I. D. ,bl. 445....”
|
|