Your search within this document for 'kram' resulted in two matching pages.
1

“...D DEEL II. Van de gereed/zhappen en het huisraad der iazerneii.' Art. 24. Van het hoofd-eind ,en boven ieder béd' zal eeti kribbe-kastje geplaatst worden van twee planken, ter'btéfedté vaii het bed, aan den muur vastgemaakt, en beftenrd 'voor1 de randfels ën klëëdingflirkken der beide militairen ,' die het béd beflapen. Aan wederzijden van dit kastje, en ter hoogte van de bo- venfte plank van hetzelve, zullen twee pinnen zijn óm de pa- troontasch en fabel of bajonnet aan te hailgen, en bij de kram- men, onder de benedenplank , aan iedere zijde twee fpijkers voor de fchoenen, [ .0 O Art. 25. In het midden van iedere kamer zullen planken aan den zolder vastgemaakt Zijn, om 'er'het bröod óp "te!'lè^gen, en zulks op zoodanige bekwame hoogte, dat de manfchappen de- zelve kuntien bereiken; .“.cooa Art. 2d. De geweèr-rakken zullen zoo worden geplaatst dat zij de pasfagie int de kamers of in de gangen niet belem- meren. Men zal bovenal acht flaan, dat de wapenen op hout en nim- mer op dén muur...”
2

“...gelang de muren zulks toela- ten , kunnen vastgemaakt worden. 3°. Indien de nachtlegers, aan het voeteneinde, aan touw worden afgehangen, zal men een touw, ter lengte van. twee ellen en vijf palmen, en ter dikte van vier duimen (in de rondte) aan de beide uiteinden door de gaten van het voeteneinde der bedkoets met eene fplits, vastmaken i vervolgens het dubbele boveneinde, op een palm afltands van het uiteinde, met dun touw omvvinden en tot eene lis formeren. Aan de zoldering of bindwerk zal eene kram of baak worden ingeflagen, voorzien van een oog van touw, ter lengte van een el dubbel, en ter dikte als boven; ver- volgens zal men een touw van gelijke dikre, en aan beide einden voorzien van een knevelhoutje, ter lengte, naar. gelang van de hoogte der verdieping, gebruiken., om de bedkoets met het aan de zoldering vastgemaakt oog te vereenigen, 4°. Wanneer de nachtlegers, aan het hoofdeinde, aan den muur en aan het voeteneinde aan touw, worden afgehan-, gen, zal de toeftel zamengefteld zijn...”