1 |
 |
“...moeijelijk het tevens ook zij, om
op -dé Staatkunde de Zedekunde toe te pasfen, behoort men ze
echter met elkander te vereenigen, Zal eene Grondwet aan het doel
der Maatfchappijén beantwoorden, én dezelve vormen tot oefen-
Icholen ter ontwikkeling der menfchelijk-e voortreffelijkheid, ter
bevordering van der menfchen geluk. Gégro'nd is, wij erkennen
zulks, de aanmerking , welke gemaakt wordt (i) , dat het eene
onvergeeflijke dwaasheid zoude zijn, te gelooven , dat eene
ftaatkundige Conftitutie een Talisman zij, -die het geluk met
zich brengt; en om dit te bewijzen, behoeven wij zekerlijk ons
oog flechts op het land ónzer VJderen te vestigen (2) ; doch wij
moeten daaromtrent eene aanmerking maken, welke even zeer
■kracht van waarheid heeft (3), namelijk dat, hoezeer de men-
fchen, welke ook de regeringsvorm wezen moge, gelukkig kun-
nen zijn, dewijl de Overheid te allen tijde hare pligten vervullen
kan , echter de onderdanen van een eenhoofdig beftuur, als zij
hun geluk aan de wijsheid van hunnen...”
|
|