1 |
|
“...en zwarte eens te
laten zien.
bruin skoer t ^>re*
ton.
Hue duur verkoopt gij
de el van dit zwarte
laken ?
Zes gulden vijitig.
Kom , kom, dat is
veel te veel.
Inderdaad niet, hel is
extra fijn en deugd
zaam laken.
Ik zal u vijf gulden
voor de el geven.
Het kost mij bij inkoop
meer.
Gij zult toeh wel iets
laten afdingen.
Daar (dewijl) ik u niet
overvraagd heb, zoo
kan ik mij oê>k niets
laten afJingm.
Gij krijgt toch ‘daar,'
voor niet, wat gij
mij vraagt.
. Zie daar, ik zal bet
Pit ku/anloe bo la
baande ees laken,
furceloe pa bara ?
t eis gulden oienkwen
la.
Mulo, la masjaar '
moelsjoe.
Mo , dt berdad, la
masjaar Jini i bon
l ken
hri •ui. doen ta bo cien-
koe gulden pa ba-
rn.
Mi mees ta paga mas,
Toeh lo bo larg't biei
der atgoe ?
Ja ki mi no apidie
bo moelsjoe , mi no
poor lirg i bieder .
n i In tnmpoko.
Tick bo no ta h tija
p r cel, lo ki bo a
pidie mi.
Mi•<* , lo •»* larga...”
|
|