| 1 | 
              | 
            
              
              
  
              “...takken
1—4 cM. lang en 0,5-2 cM. breed maar dikwijls veel grooter; aan
den voet van den bladsteel staan 2 scherpe, tot 1 cM. lange doornen;
de bloemen zijn geplaatst in kogelvormige bloemkluwens in de
oksels der bladen en zijn bovendien aan de einden der takken
tot aarvormige bloeiwjjzen vereenigd; de bloemdekbladen en de
schutbladen zijn gelijk van grootte en eenigszins gepunt.
St. Eustatius, Saba, St. Martin.
Amarantus tristis L.
De langgesteelde bladen, die eivormig tot langwerpig zijn met wig-
vormig afloopenden voet, vaak eenigszins ruitachtig met stompen
top znn 2-6 cM. lang en 1,5-4 cM. breed; de bloemen staan
in ’schijnaren, die min of meer tot een pluimvormige bloeiwijze
vereenigd zijn; de bloemdekbladen en de schutbladen zijn bijna
gelijk van groote en eenigszins gepunt.
St. Eustatius, Saba, St. Martin; Cdlaloe.
Curasao, Aruba, Bonaire; Kalaloe.
2328. Achyranthes L.
Achy ran thes obtusifolia Lam.
Kruidachtige plant met soms verhouten stengel, rechtopgroeiend;
de tegenoverstaande...”
             | 
           
           |  
          
            | 2 | 
              | 
            
              
              
  
              “...aantal ontwikkelde meeldraden; op den bladsteel bevindt
zich dikwijls een klier.
1 De grootste blaadjes aan de plant 13 of meer cM. lang	2
Blaadjes veel minder dan 13 cM. lang.................... 3
2	Blaadjes zittend met scheeven voet............Cassia alata 210
Blaadjes duidelijk gesteeld..................Cassia fistula 210
3	Blaadjes lijnvormig of wigvormig, maar in ’t laatste geval
steeds minder dan 1 cM. lang.........	4
Blaadjes niet lijnvormig.................................. o
4	Blaadjes wig vormig met breeden top. . . Cassia polyadena 211
Blaadjes lijnvormig. ...................................   g
5	Geheele plant zachtharig..................Cassia nictitans 211
Plant kaal of heel weinig behaard.... Cassia glandulosa 210
6	Plant klierachtig behaard.............. Cassia Absus 210
Plant niet klierachtig behaard............................ 7
7	Blaadjes met afgeronden top.............................. 8
Blaadjes met spitsen top.................................  9
u...”
             | 
           
           |  
          
            | 3 | 
              | 
            
              
              
  
              “...voet; de bloemen staan in sterk samengestelde pluimen, zijn
1 cM. lang en bestaan uit een vijftalligen kelk en bloemkroon, een tot
dertiglobbige meeldraadbuis met 10 meeldraden en een vijfhokkig vrucht-
beginsel, dat uitgroeit tot een steenvrucht.
St. Eustatius, Saba, St. Martin: Lilac; gekweekt.
Curasao, Aruba, Bonaire; gekweekt.
4195. Trichilia L.
Trichilia trifolia L.
Heester met drietallige bladen, waarvan het eindblaadje ongeveer
twee maal zoo groot is als de zijblaadjes; de blaadjes zijn wig-
vormig, met ronden top; het eindblaadje is meestal 2,5—4 cM.
lang en 1,5 — 2 cM. breed; de kleine bloemen staan in korte
trossen in de bladoksels en bestaan uit een vijftalligen kelk, 5
bloemkroonbladen, een meeldraadbuis met 10 meeldraden en een
vruchtbeginsel, dat tot een kogelvormige doosvrucht uitgroeit.
Curaqao : Ceraasji maatsjoe, Sjimaroékoe maatsjoe.
Fam. 141. Malpighiaceae.
Boomen, houtachtige klimplanten of heesters met tegenoverstaande,
veelal gaafrandige bladen; de bloemen bestaan...”
             | 
           
           |  
          
            | 4 | 
              | 
            
              
              
  
              “...1—2 cM.
breed en hebben de grootste breedte onder het midden; de bloemen staan
in trossen en hebben een korten, vyftandigen kelk en een trechtervormige,
4 cM. lange bloemkroon, die aan de basis plotseling vernauwd is; de tot
18 cM. lange vruchten zijn platgedrukt en 0,7 cM. breed.
St. Eustatius, Saba, St. Martin: Yellow blossom', gekweekt.
Curasao, Aruba, Bonaire: Kelki heel; gekweekt.
7759. Crescentia L.
Crescentia Cujete L.
Boom met verspreide, ook veel aan kortloten geplaatste bladen, die
een wig vormig afloopenden voet hebben; de spatelvormige bladen
hebben hun grootste breedte dicht bij den top en zijn 4-20 cM.
lang en 1-6 cM. breed; de kortgesteelde bloemen staan in klein
aantal in de bladoksels, hebben een tot bijna aan den voet ge-
spleten, tweedeeligen kelk en een iets zygomorphe, klokvormige
bloemkroon, die 4,5 cM. lang is; de eenhokkige, niet openspringende,
kogelvormige of ovale vrucht heeft een harde schaal en is tot 15
cM. in diameter.
St. Eustatius, Saba, St. Martin: Calabash...”
             | 
           
         
     |