1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0015thm.jpg) |
“...VERKLARING VAN BOTANISCHE KUNSTTERMEN.
Aar, bloeiwijze van zittende, zijdelingsche bloemen langs een gemeen-
schappelijke spil.
Aartje, bloeiwijze, die voorkomt bij de grassen en bestaat uit een aantal
bloemen zonder bloembekleedselen, welke geplaatst zijn in de oksels
van kroon- en kelkkafjes.
Aardorchideeën, in den grond wortelende Orchideae, die, in tegenstelling
met de meeste tropische Orchideae, niet op boomen groeien.
Afgebroken veervormig samengesteld, veervormig samengesteld met
blaadjesparen, die afwisselend grooter en kleiner zijn.
Afgerond, b.v. wanneer een - top spits is en plotseling een rond uiteinde
bezit.
Algemeene bloembodem, de verbreede as van de bloeiwijze waarop, zooals
bij de Compositae, een groot aantal ongesteelde bloemen geplaatst zijn.
Androphoor, een verlengd, steelvormig orgaan binnen de bloembekleedselen,
waarop de meeldraden geplaatst zijn.
Areolen, de plaatsen, waarop bij de Cactaceae de stekels tot bundels ver-
eenigd zijn.
As, middeldeel, in tegenstelling...”
|
|
2 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0016thm.jpg) |
“...XII
over een kortere of langere streek omvat, en uit welks top de blad-
steel of bladschijf, zoo aanwezig, ontspringt.
Bladschijf, bovenste, vlak uitgespreide • gedeelte van het blad, in onderschei-
ding van bladsteel en bladscheede, waar deze of een van beide aan
wezig zijn.
Bladsteel, het smalle, eenigszins stengelachtige gedeelte van een blad onder
de bladschijf.
Bloeikolf, vereeniging van zittende, zijdelingsche bloemen rondom een
vleezige spil.
Bloeiwijze, een geheel van bloemen, op een of meer, met elkander verban-
den assen, die tusschen de bloemen óf geen, óf van de gewone stengel-
bladen door vorm, kleur of grootte duidelijk onderscheiden bladorganen
(schutbladen) dragen.
Bloembekleedselen, een samenvattende naam voor kelk-, bloemkroon- en
bloemdekbladen.
Bloembodem, as der bloem, waaruit de kelkbladen, bloembladen, meel-
draden en stampers ontspringen.
Bloemdek, bloembekleedselen, die niet of niet duidelijk te onderscheiden
zijn in kelk en bloemkroonbladen.
Bloemhoofdje, bloeiwijze...”
|
|
3 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0022thm.jpg) |
“...bestaande uit aan elkander klevend stuifmeel.
Randstekels, stekels, die in een groep van stekels duidelijk radiair ge
plaatst zijn.
Rank, draadvormig aanhangsel van blad of stengel of bladsteel, waarmede
de planten zich kunnen vasthechten.
Ribben, overlangsche verhevenheden.
Rozet, schijnkrans.
Ruggelings afgeplat, b. v. van aartjes, die met de breede, afgeplatte zijde
tegen de spil aangedrukt zijn.
Ruitvormig, begrensd door vier gelijke, rechte lijnen, die elkander aan den
top en den voet van het deel met gelijke scherpe hoeken snijden.
Samengesteld blad, blad, waarvan de schijf tot aan de middennerf (blad-
spil) of tot aan den top van den bladsteel (gemeenschappelijken
bladsteel) in geheel van elkander gescheiden blaadjes is verdeeld.
Scheeve voet, voet met zeer ongelijke helften.
Scherm, bloeiwijze van gesteelde bloemen op den top van een gemeen-
schappelijke as; indien deze assen zelf weder op den top van een
gemeenschappelijke as zijn ingeplant, is het bloemscherm samengesteld
en o...”
|
|
4 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0023thm.jpg) |
“...uitgespreid staan.
Steunblaadjes, bladachtige organen aan weerskanten van den voet van een
bladsteel, soms met dien bladsteel vergroeid.
Stuifmeel, fijn poeder, in de helmknoppen gevormd en dat, op den stempel
opgevangen, de ontwikkeling der zaadknoppen in het vruchtbeginsel
tot zaden veroorzaakt.
Trompetvormig, bloemkroon met een vlakken zoom, loodrecht op een
lange, dunne buis.
Tros, bloei wijze bestaande uit zijdelingsche, ongeveer evenlang gesteelde
bloemen rondom een gemeenschappelijke, verlengde spil.
Tweebroederige meeldraden, meeldraden, waarvan de helmdraden in 2
bundels (waarvan één door een enkele meeldraad vertegenwoordigd
kan zijn) vergroeid zijn.
Tweehuizig, mannelijke en vrouwelijke bloemen niet op één plant voorkomend.
Tweelippig, met een in 2 stukken verdeelden zoom, waarvan het ééne, boven-
lip, naar de as toegekeerd, het andere .onderlip, van de as afgekeerd is.
Uitgerand, aan de top met een ondiepe insnijding....”
|
|
5 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0055thm.jpg) |
“.................... 42g
Kafjes wijd uit elkander geplaatst . . . Cyperus distans 131.
Kafjes dicht opeen geplaatst..................................
Aartje^ roodachtig............................... ’
Aartjes geelbruin.......................Cyperus escülentus
Bladen tot 1 cM. breed................Mariscus planifolius
Bladen veel minder dan 1 cM. breed
Bladen glad.............................Cyperus rotundus
Bladen scherp .........................Mariscus bruneus
Spil der aartjes in geledingen uiteen vallend
Torulinium ferax
Spil der aartjes niet in geledingen uiteenvallend ....
De aartjes vallen in hun geheel af............
418
437
422
419
420
152.
149.
421
149.
149.
136.
424
257.
267.
430
131.
131.
134.
429
132.
133.
:■ 431
134.
431
435
; 432
De twee onderste kafjes vallen niet af...............432
Aartjes een- tot tweebloemig..........Mariscus flavus 133.
Aartjes meerbloemig........................................”
|
|
6 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0072thm.jpg) |
“...Bloeiwijzen aan de einden der takken, omgeven door bladen,
die zeer grof gezaagd zijn. ..... Tumera pumilea 292.
Bloemen in bladerlooze bloeiwijzen, die buiten de stengel-
bladen uitsteken....................................^ j
Bloemen niet in bladerlooze bloeiwijzen, die buiten de
stengelbladen uitsteken...................... <
Bladen tegenoverstaand .................................
Bladen niet tegenoverstaand...............aoa \
Bloemen zittend in de uitgeholde spil der bloeiwijze . . 686
Bloemen niet zittend in een uitgeholde spil der bloeiwijze 684
Bloemen in schijnkransen.......................* * * ^
Bloemen niet in schijnkransen . . . Bouchea Ehrenbergu 344. i
Bovenlip van den kelk tot aan de basis van den kelk
afloopend ...............Ocimum micrantnum 351.
Bovenlip van din'kett niet iet aan d. v» de^jtoojgnd m
687
Bloemen niet blauw...................................... j
Bloemen Mauw StachytarpMa jammamm 846.
Bloemen 6 cM. lang geeteeld, In de ^ 3W.
byeenstaand................
Bloemen...”
|
|
7 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0081thm.jpg) |
“...EERSTE LIJST.
57
807 Bloeiwyze zeer rijkbloemig; spil van de aar geheel ver-
borgen; bladen tot meer dan 12 cM. lang gesteeld,
uitsluitend wortelstandig .... Prescottia stachyoides 156
Bloeiwyze niet zeer rijkbloemig; spil van de aar duidelijk
zichtbaar; bladen niet meer dan 12 cM. lang gesteeld 808
Bladen uitsluitend wortelstandig ; . . . Spiranthes data 155.
Bladen niet uitsluitend wortelstandig..................... . 809*
Sp°°r ,de ,UP cylindervormig, veel korter dan het
vruchtbeginsel . . . . . . ... . Physurus hirtdlus 156.
«i0rwn knotsvormig, meer dan half zoo groot
als het vruchtbeginsel. . . . . Physurus plantagineus 156.
Duidelyke bladscheede aanwezig .......................... 811
Geen bladscheede aanwezig . ............................. g.,
Bladen tegenoverstaand . . . Trianthema portulacastmm 187.
Bladen niet tegenoverstaand .... gio
BM» m«r d» 8 CM. lang ................Jformto
Bladen veel mmder dan 8 cM. lang......................... 813
Schutblad onder de bloemen halfcirkelvormig...”
|
|
8 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0084thm.jpg) |
“...60
EERSTE lijst.
854 Bloemen geplaatst in onbebladerde trossen, waarvan de
spil goed is waar te nemen..........................855
Bloemen niet in onbebladerde trossen, waarvan de spil
goed is waar te nemen, geplaatst.......................857
855 Bloemsteel veel langer dan de schutblaadjes
Rivina humilts 185.
856
857
858
859
860
861
862
863
864
865
866
867
868
869
870
Bloemsteel niet veel langer dan de schutblaadjes. . . .
Vrucht gestekeld........................Microtea debilis
Vrucht ongestekeld....................Villamilla octandra
Bloeiwyze zeer dik; spil geheel verborgen . . . Celosia argentea
Spil der bloeiwijze niet verborgen........................
Bloemen geplaatst in schermachtige bloeiwijzen aan het
eind van de takken. . ..........................
Bloemen in anders gevormde bloeiwijzen....................
Bloemen zittend.................... . Tournefortia bicolor
Bloemen gestoeld................... • Clerodendron Thomsonae
Bloemen aan korte zijloten geplaatst.................”
|
|
9 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0143thm.jpg) |
“...draadvormige steeltjes van 1 cM. en meer
lengte geplaatst zijn; aartjes minder dan 0,1 cM. lang
Panicum brevifolium 120
Aartjes niet op zulke lange, dunne steeltjes en steeds meer
dan 0,1 cM. lang......................................... 9
Tusschen de aartjes duidelijke borstels; kafjes onbehaard
Panicum reptans 121
Geen borstels tusschen de aartjes; kafjes behaard
Panicum grossarium 120
Bloeiwijze samengesteld uit schijnaren met zittende aartjes ■
schijnaren dicht, zoodat de spil verborgen is............ 11
Spil der schijnaren duidelijk zichtbaar..................12
Kafjes behaard ........................Panicum colonum 120
Kafjes onbehaard................... Panicum geminatum 120
Bladen 0,3 cM. of minder breed...........................13
Bladen meer dan 0,5 cM. breed . .............14
Onder vele aartjes is één ver daar boven uitstekende
borstel aanwezig.................. Panicum stenodes 122
Geen borstel onder de aartjes aanwezig
Panicum hirticaule 121
Aartjes nooit meer dan 0,1 cM...”
|
|
10 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0153thm.jpg) |
“...^ ^
3 Kafjes in 2 rijen geplaatst............................ 4.
Kafjes in drie of meer rijen geplaatst............. 8
4 Twee stijlen . . ......................... ................. 5
Drie stijlen . . ...........................*. .* ' ' * g
5 Nootje van terzijde saamgedrukt..............56‘2. Kyllinga 135
Nootje aan de rugzijde saamgedrukt . . . 459*. Juncellus 132
6 Aartjes in éénbloemige stukjes uiteenvallend
459***. Torulinium 134
Aartjes niet in éénbloemige stukjes uiteen vallend .... 7
7 Spil der aartjes niet afvallend.............. 459. Cyperus 130
Aartjes boven de onderste twee kafjes afvallend
459**. Mariscus 132...”
|
|
11 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0178thm.jpg) |
“...Aardorchideeën..............,.............................. 2
Epiphyten . *...................,................. 6
2 Bloemen 0,4 cM. lang, op 1 cM. lange bloemstelen
1553. Microstylis 156
Bloemen veel meer dan 0,4 cM. lang, minder dan 1 cM. lang
gesteeld............................................... 3
3 Bloemdekslippen 1,5 cM. of meer lang 1493. Stenorrhynchus 155
Bloemdekslippen veel minder dan 1,5 cM. lang................ 4
4 Bloeiwijze zeer rijkbloemig; spil van de aar geheel verborgen
1527. Prescottia 156
Bloeiwijze niet zeer rijkbloemig; spil van de aar duidelijk
zichtbaar................................... 5
5 Bladen uitsluitend wortelstandig .... 1490. Spiranthes 155
Bladen niet uitsluitend wortelstandig . . . 1498. Physurus 155
6 Planten met kegelvormige, knolvormige stengeldeelen, die tot
25 cM. lang zijn.................. 1618. Schomburghia 158
Geen knolvormige stengeldeelen, die tot 25 cM. lang worden 7
7 Bladen opgerold .............................................. 8
Bladen niet ópgerold...”
|
|
12 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0202thm.jpg) |
“...Aruba, Bonaire; Kalaloe.
2328. Achyranthes L.
Achy ran thes obtusifolia Lam.
Kruidachtige plant met soms verhouten stengel, rechtopgroeiend;
de tegenoverstaande bladen met eenigszins wigvormigen voet
zijn aan den top rond met een heel klein puntje en zeer verschillend
van grootte, tot 5,5'cM. breed; de bloemen zijn geplaatst m een
eindelingsche aar, die gedurende den bloeitijd tot een meer dan 20 cM.
lange bloeiwijze uitgroeit; na den bloei zijn de bloemen naar
beneden gebogen, aangedrukt tegen de spil der bloeiwijze; het
bloemdek en de schutbladen loopen zeer spits toe.
St. Eustatius, Saba, St. Martin ; Man better man.
Curasao....”
|
|
13 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/59/00001/NL-0200050000_UBL10_00063_0227thm.jpg) |
“...3735. Cracca
Blaadjes even veervormig samengesteld . . 3747. Sesbania
Stijl bovenaan geheel kaal, zelden onderaan behaard . . .
Stijl aan den binnenkant van haren voorzien of rondom
den stempel behaard . ..................................
Eén meeldraad geheel vrij ..............................
Alle meeldraden met elkander vergroeid. ................
Boomen . . . . .......... . ., . 3841. Andira
Kruiden of heesters.......................
Op de plaats van de aanhechting der bloemsteeltjes is de
spil der bloei wij ze knoopig verdikt . . . 3882. Galactia
Steel der bloeiwijze met knoopig verdikt................
Peul met scheef geplaatste insnoeringen.... 3892. Cajanus
Peul niet met scheef geplaatste insnoeringen............
Eug van de vlag boven den nagel gespoord of van een uit-
zakking voorzien.................... 3858. Centrosema
Vlag zonder spoor of uitzakking .... 3866. Teramnus
Bloemkroonbladen zeer ongelijk van grootte .............
Alle bloemkroonbladen gelijk van grootte..............”
|
|