1 |
|
“...Bladen met duidelijk hartvormigen voet . . . Quamoclit coccinea 333.
Bladen tot ver over het midden ingesneden.................787
Bladen meestal niet tot ver over het midden ingesneden,
steeds schildvormig....................................789
Bloemen minder dan 1 cM. lang............Jatropha multifida 251.
Bloemen meer dan 1 cM. lang..................................733
Vrucht een doosvrucht; zaden met zaadpluis Gossypium barbadense 280.
Vrucht geen doosvrucht; zaden zonder vruchtpluis Carica Papaya 291.
Bladen ruw...............................Cecropia peltata 167.
Bladen glad..............................Ricinus communis 249.
Bladstelen en stengels van wolharen voorzien...............791
Bladstelen en stengels niet van wolharen voorzien. . . 794
Plant 30 cM. of meer hoog; kelk met bruine haren
Portulaca venezuelensis 189.
Plant minder dan 30 cM. hoog; kelk met lichtgekleurde
haren ............................... ..... 792
Plant geheel witviltig..............Portulaca halimoides 188.
Plant...”
|
|
2 |
|
“...PASSIFLORACEAE — CACTACEAE.
294
dunne stelen en hebben geen omwindsel; de kelk is 0,5 cM. lang :
de kale vrucht is 1,5 cM. lang.
St. Eustatius, Saba, St. Martin.
Curacao, Aruba, Bonaire : Bessji die tinta, Neboeha.
Fam. 205. Caricaceae.
5877. Cariea L.
Cariea Papaya L.
Boom met meestal onvertakten, vleezigen stam en zeer langgesteelde, diep
handspletige bladen, die zeven- tot meerspletig zijn en dertig of meer cM.
lang kunnen worden; de lobben zijn zelf weder diep ingesneden; deboomen
zijn voor het meerendeel tweehuizig en de mannelijke bloemen staan in
lijk vertakte, lange bloeiwijzen en bestaan uit een vijfbladigen, kleinen
kelk en een buisvormige, ruim 2 cH. lange bloemkroon met een schotel-
vormigen zoom en 5 meeldraden; de vrouwelijke bloemen hebben een vijf-
bladigen, kleinen kelk, een vjjfdeelige, bijna tot aan den voet gedeelde
bloemkroon en een éenhokkig vruchtbeginsel met vele zaadknoppen; de
vleezige vrucht is ovaal.
St. Eustatius, Saba, St. Martin: Papaic; gekweekt.
Curacao...”
|
|
3 |
|
“..... (Ben. W. Eil.) . . Bumelia obovata.
Paaloe preetoe..............(Ben. W- Eil.) . . Capparis Breynia.
Paloe sieja doesji..........(Ben. W. Eil.) . . Bursera simaruba.
Paaloe sieja maatsjoe . . . (Ben. W. Eil.) . . Bursera simaruba.
Paaloe zapateero ..... (Ben. W. Eil.) . . Morinda Royoc.
Palmiet..................(Ben. W. Eil.) . . Copemicia tectorum.
Pam die diaabel.............(Ben. W. Eil.) . . Morinda Royoc.
Papaai......................(Ben. W. Eil.) . . Carica Papaya.
Papaw ...........(Bov. W. Eil.) . . Carica Papaya.
Paragras....................(Ben. W. Eil.). . Panicum molle.
Paragrass ........ (Bov. W. Eil.) . . Panicum molle.
27...”
|
|
4 |
|
“...REGISTER. 429
c. Bladzijden. Caricaceae Carica Papaya Bladzijden. . . 80, 294. . . 55, 294.
Cactaceae . 77, 295. Carludovica palmata . . . . 8, 139.
Caesalpinia ciliata . 13, 213. Caryophyllnceae . . 80, 190.
Caesalpinia coriaria . 24, 214. Casearia bonairensis.... . 62, 290.
Caesalpinia crista , 13, 214. Casearia decandra .... . 58, 290.
Caesalpinia pulcherrima . . . . 24, 214. Casearia parvifolia. . . . 290.
Cajanus indicus • 17, 225. Casearia sylvestris .... . 70, 290.
Cakile lanceolata . 59, 194. Casha 206.
Calabash 364. Cashew 257.
Calaloe 178. Cassave 252.
Callisia repens . 39, 146. Cassave die moondi . . . 251.
Oalonyction tuba 333. Cassia Absus . 20, 210.
Calotropis procera . 25, 323. Cassia alata . 22, 210.
Calyptranthes Boldinghii . . . 65, 306. Cassia bicapsularis .... . 20, 210.
Campesji 212. Cassia fistula . 22, 210.
Canavalia obtusifolia .... . 19, 225. Cassia glandulosa . . 22, 210.
Canckerberry 357. Cassia nictitans . 22, 211.
Candlewood...”
|
|