1 |
|
“...gebogen zijden en spitse uiteinden.
Langwerpig, twee- tot driemaal zoo lang als breed, in het midden het
breedst, met afgeronden voet en stompen top.
Lenticel, lensvormige verhevenheid op jonge stengels, veelal in de lengte-
richting geplaatst.
Liervormig, vin.pl.tig, vindeelig ol vnervonmg „mengeeteld net “»■»
L“jk groot™ eindblaadje oi eindlob en ™ak ook grooter vootlobb»
dan de overige.
Ligula, vliezig, tongvonnig «iWeetal op de gron. v.a btadzchijf en bind-
scheede bij de Gramineaebladen.
Lip, een van de blaadjes der bloembekleedselen, dat door bijzonderen, breeden
vorm opvalt; zie ook tweelippig....”
|
|
2 |
|
“...bloemkroon met een vlakken zoom, loodrecht op een
lange, dunne buis.
Tros, bloei wijze bestaande uit zijdelingsche, ongeveer evenlang gesteelde
bloemen rondom een gemeenschappelijke, verlengde spil.
Tweebroederige meeldraden, meeldraden, waarvan de helmdraden in 2
bundels (waarvan één door een enkele meeldraad vertegenwoordigd
kan zijn) vergroeid zijn.
Tweehuizig, mannelijke en vrouwelijke bloemen niet op één plant voorkomend.
Tweelippig, met een in 2 stukken verdeelden zoom, waarvan het ééne, boven-
lip, naar de as toegekeerd, het andere .onderlip, van de as afgekeerd is.
Uitgerand, aan de top met een ondiepe insnijding....”
|
|
3 |
|
“...TWEEDE EIJST.
79
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
Bladen vleezig............................................. 47
Bladen niet vleezig .........................................a±
Bloemen met een duidelijke lip ..... 50. Orchidaceae 154.
Bloemen zonder lip.................. 32. Broméliaceae 141.
Bladen met niet netvormig vertakte nerven, of zoo wel, dan
toch steeds bloemen met het grondtal 3; planten met
onderaardsche stengeldeelen . .................... 45
Bladen met netvormig vertakte nerven en steeds met bloemen
met het grondtal 4 of 5....................................53
Klimplanten zonder stekels en met éénsiachtige bloemen
43. Dioscoreaceae 152.
Geen klimplanten, of zoo we], dan tweeslachtige bloemen 47
Vruchtbeginsel bovenstandig...................38. Liliaceae 146.
Vruchtbeginsel onderstandig ...................................
Bloemen geheel regelmatig. ....................................
Bloemen onregelmatig..................................... kq
Zes meeldraden........”
|
|
4 |
|
“...vertoont; de bloemen hebben een bloemdek, dat uit
tweemaal 3 bloemdekbladen bestaat; er is één meeldraad en een aantal
staminodiën; het vruchtbeginsel is éénhokkig, éénzadig.
:St. Eustatiüs, Saba, St. Martin: Arrowroot', gekweekt.
•Curasao, Aruba, Bonaire: Arraroot; gekweekt.
Fam. 50. Orchidaceae.
.Epiphyten of in den grond wortelende kruiden; de bladen zijn bij
de epiphyten langgerekt; de bloem is zygomorph en bestaat uit
6 bloemdekbladen, waarvan één meestal een anderen vorm heeft
dan de anderen en lip beet; er is één meeldraad, die vergroeid is
met den stempel; het stuifmeel is tot pollinien saamgepakt; het
vruchtbeginsel is onderstandig en bevat een groot aantal zaad-
knoppen.
1 Aardorchideeën..............,.............................. 2
Epiphyten . *...................,................. 6
2 Bloemen 0,4 cM. lang, op 1 cM. lange bloemstelen
1553. Microstylis 156
Bloemen veel meer dan 0,4 cM. lang, minder dan 1 cM. lang
gesteeld............................................... 3
3 Bloemdekslippen...”
|
|
5 |
|
“...156
ORCHIDACEAE.
achtig behaard is; de bloemen zijn met het vruchtbeginsel 1,2
cM. lang; de planten groeien op den grond.
1 Spoor van de lip cylindervormig .... Physurus hirtdlus 156
Spoor van de lip knotsvormig. . . . Physurus plantagineus 156
Physurus hirtellus Lindl.
De bladen zijn veelal 3—5 cM. lang en 2 —3 cM. breed; de lip van
de bloem heeft een halvemaanvormige slip; de spoor is veel korter
dan het vruchtbeginsel.
St. Eustatius.
Physurus plantagineus Lindl.
De bladen zijn veelal 5-10 cM. lang en 3-6 cM. breed; de lip
van de bloem heeft een drielobbige slip; de spoor is knotsvormig,
meer dan half zoo lang als het vruchtbeginsel.
St. Eustatius, Saba.
1527. Prescottia Lindl.
Prescottia stachyoides Lindl.
De wortelstandige bladen zijn meer dan 10 cM. lang gesteeld, ellip-
tisch met een toegespitsten top, 13 cM. lang en 7 cM. breed en
hebben 5 hoofdnerven; de bloemen zijn geplaatst in een dichte,
aarvormige bloeiwjjze, die tot 14 cM. lang en 1,5 cM. dik is en
een meer dan 30 cM. langen...”
|
|
6 |
|
“...PHYSURUS -- EPIDENDRUM.
157
1614. Epidendram L.
Epiphyten met vlakke bladen; de bloemen hebben bloemdekbladen,
die tenminste voor een deel- lijnvormig zijn.
1 Bloeiwijze aan een meer dan 40 cM. langen stengel.... 2
Bloeiwijze niet aan een meer dan 40 cM. langen stengel. . 3
2 Zuil vergroeid met de lip .... Epidendrum Mutelianum 158
Zuil niet vergroeid met de lip Epidendrum papilionaceum 158
3 Plantje van ongeveer 10 cM. hoogte, met blaadjes van 1,2
cM. lengte......................Epidendrum globosum 157
Plant meer dan 10 cM. hoog met breede, leerachtige bladen 4
4 Bloemdekbladen nooit meer dan 1,2 cM. lang............. 6
Bloemdekbladen meer dan 1,2 cM. lang.................. 5
5 Bloemdekbladen meer dan 3 cM. lang Epidendrum ciliare 157
Bloemdekbladen minder dan 3 cM. lang Epidendrum difforme 157
6 Binnenste bloemdekbladen spits. . . Epidendrum ramomm 158
Binnenste bloemdekbladen stomp.................... 7
7 Bloeiwijze dichtbloemig. ....... Epidendrum anceps 157
Bloeiwijze armbloemig ....”
|
|
7 |
|
“...Schomburgbia tibicinis Batem.
Groote epiphyt met tot meer dan 25 cM. lange, kegelvormige schijn-
knollen, die aan de basis tot 7 cM diameter hebben, vier of meer
ringen vertoonen en overlangs gegroefd zijn; de bladen zijn dik
leerachtig, tot 20 cM. lang en 8 cM. breed; de bloemen zijn
geplaatst in een zeer lange, weinig vertakte, trosvormige bloei-
wijze en hebben 0,5 cM. lange schutbladen; de bloemsteel is met
het vruchtbeginsel samen 3,5 cM. lang; de bloemdekbladen zijn tot
3,5 cM. lang; de lip is drielobbig met gespleten eindlob.
Curasao, Bonaire: Banaana sjimarón....”
|
|
8 |
|
“...Brassavola R. Br.
Epiphyten met opgerolde bladen, die in klein aantal bijeenstaan en
waarboven de lange bloeistengels uitsteken; de lip is zeer groot.
1 Bloeiwijze éénbloemig ........ Brassavola cucullata 159
Bloei wij zen meerbloemig............Brassavola nodosa 159
Brassavola cucullata R. Br.
De bladen zijn 0,3 cM. dik en 35 cM. lang; de bloemen zijn alleen-
staand; de bloemsteel, het vruchtbeginsel en de bloemdekbuis zijn
samen 12 cM. lang; de bloemdekslippen zijn tot 7 cM. lang de
!'P 1S ^einig gewimperd en niet veel breeder dan de andere
bloemdekbladen.
St. Eüstatius, Saba, St. Martin.
Brassavola nodosa Lindl.
Den dikk®’ half cylindervormige bladen zijn tot 15 cM. lang en
0,5 cM. breed; de bloemen staan in drie- of meerbloemige bloei-
wijzen; de bloemsteel en het vruchtbeginsel zijn samen 4 cM
lang; de bloemdekslippen zijn tot 7 cM. lang, de tot 3 cm’
breede lip is veel breeder dan de andere bloemdekbladen.
Curasao.
1619*. Tetramicra Lindl.
Tetramicra elegans Cogn., Syn. Brassavola rigida...”
|
|
9 |
|
“...Oncidium variegatum 160
Oncidium vdutinum 160
Oncidium sylvestre Lindl.
De bladen zijn 6-14 cM. lang en 0,4-0,8 cM. breed en geheel gaaf-
randig; de bloeistengel is 15-35 cM. lang; de buitenste bloem-
dekbladen zijn 0,7—0,9 cM. lang; de lip is 1,2 —1,3 cM. lang; de
bloem is kaal.
Saba.
Oncidium variegatum Sw.
De bladen zijn 4-8 cM. lang, 0,6—1,2 cM. breed, aan den rand
onduidelijk, zeer fijn gezaagd; de bloeistengel is 10-40cM.lang;
de buitenste bloemdekbladen zijn 0,4—0,6 cM. lang; de lip is
0,9—1,2 cM. lang; de bloem is kaal.
St. Eustatius, St. Martin.
Oncidium velutinum Lindl.
De bladen zijn 3-7 cM. lang, 0,5-0,8 cM. breed, aan den rand on-
duidelijk, zeer fijn gezaagd; de bloeistengel is 20-60 cM. lang; de
buitenste bloemdekbladen zijn 0,6—0,7 cM. lang; de lip is 1,3 —1,4
cM. lang; de bloem is zacht behaard.
St. Eustatius.
Kruiden of houtachtige planten met bloemen, die in naakte aren
geplaatst zijn; de één- óf tweeslachtige bloemen hebben geen bloem-
bekleedselen, 1 — 10 meeldraden en één...”
|
|
10 |
|
“...vergroeidbladig
bloemdek, dat om de voortplantingsorganen opgezwollen is; het
vruchtbeginsel is onderstandig; er zijn 6 meeldraden.
1 Bladen hartvormig, gaaf................Aristolochia odoratissima 171
Bladen driedeelig.................... . Aristolochia trilobata 171
Aristolochia odoratissima L.
Klimplant met hartvormige bladen, die 5—7 hoofdnerven hebben en 6 cM. of
meer lang zijn; de lip van het bloemdek is langer dan de buis.
.St. Eüstatiüs; gekweekt.
Aristolochia trilobata L.
Klimplant met driedeelige bladen met afgeronde lobben, die 6 cM. of
meer lang zijn; de eindlob heeft één hoofdnerf, de zijlobben 2; de
lip van het bloemdek loopt in een spitsen, draadvormigen top uit.
•St. Martin.
Fam. 77. Polygonaceae.
Boomen of heesters, soms kruidachtige planten, maar dan met ranken
klimmend; de bladen zijn afwisselend geplaatst en aan den voet
van den bladsteel bevindt zich een ochrea; de bloemen hebben
een bloemdek en een zeer verschillend aantal meeldraden; het
vruchtbeginsel is éénhokkig, bovenstandig...”
|
|