1 |
 |
“...gnaphaloides 339.
Bladen niet witviltig, minder dan 5 cM. lang.............334
334 Bloemen alleenstaand aan de toppen der stengels
Portulaca poliosperma 189.
Bloemen in langgerekte bloeiwijzen
Heliotropium curassavicum 340.
335 Bladen zittend, stengelomvattend. . . Calotropis procera 323.
Bladen nooit stengelomvattend ......................... 33e
336 Bladen behaard.................Peperomia Langsdorffii 163.
Bladen onbehaard........................ gwr
337 Bladen tegenoverstaand.............\ \ \ \ ' Hoya « 324.
rsiaden met tegenoverstaand....................... 330
338 Vrucht uiteenvallend in 3 deelvruchten; de schijnbare bloem
is een bloeiwijze, die uit één vrouwelijke bloem bestaat,
waaromheen een groot aantal mannelijken geplaatst
zijn; de bloeiwijze wordt omgeven door schutblaadjes,
die een snavelvormig orgaan vormen
Pedüanthes tithymaloides 256.
Bloemen in duidelijk vertakte bloeiwijzen; vrucht niet
uiteenvallend in 3 deelvruchten...................... 339
339 Bloemkroon vergroeid bladig;...”
|
|
2 |
 |
“...324
asceEpiadaceae — CONVOEVUEAeEAE.
6907. Hoya R. Br.
Hoya earnosa R. Br.
Vleezige klimplant met zeer dikke, vleezige bladen, die elliptisch zijn en 5 cM.
lang en 2,5 cM. breed; de 2,5 cM. lang gestoelde bloemen staan in dichte, 1
schermvormige bloeiwjjzen in de bladoksels en zijn geheel vlak, schotel- ;
vormig, vleezig.
Saba: Wax plant', gekweekt.
6934. Omphalophthalmus Karst.
Omphalophthalmus ruber Karst.
Klimplant met langgesteelde, hartvormige bladen, die 3-8 cM.
lang en 3 — 6 cM. breed zijn en zeven of meer hoofdnerven bezitten; de |
bloemen zijn geplaatst in zittende, schermvormige, weinigbloemige •
bloei wijzen in de bladoksels en vormen aan jonge takken een
scbijnaar; de roode bloemen zijn 0,4 cM. lang en hebben aan den
top omgebogen bloemkroonbladen; de stijl is niet verlengd.
Curacao, Aruba: Kabeez die mariekoe, Marie pompoen.
6938. Ibatia Dcne
Ibatia maritima Dcne.
Klimplant met langgesteelde, hartvormige, 5-19 cM. lange en 4-6 ;
cM. breede bladen met één hoofdnerf, waaruit...”
|
|
3 |
 |
“...HOYA — CUSCUTA. 326.
5 Vrucht niet openspringend...............7010. Stictocardia 333:
Vrucht openspringend ....,•................................. 6.
6 Vrucht loodrecht op de lengterichting openspringend 6999. Operculina 329-
Vrucht in de lengterichting openspringend.................... T
7 Meeldraden en stamper binnen de bloem verborgen .... 8"
Meeldraden buiten de bloem uitstekend . 7005. Quamodit 333
8 Bloemkroon duidelijk van 5 donkere lijnen voorzien
6997. Merremia 328
Bloemkroon niet van 5 donkere lijnen voorzien 7003. Ipomoea 329
6968. Cuscuta L.
Parasietische klimplanten zonder bladen; de bloemen staan in dichte,
kluwenvormige bioeiwijzen, zijn ± 0,3 cM. lang en hebben een vijf-
talligen kelk, een klok vormige, min of meer diep ingesneden, vijf-
tallige bloemkroon, 5 meeldraden, die afwisselend staan met 5
schubben en een tweehokkig vruchtbeginsel met 4 zaadknoppen
en 2 een weinig ongelijke stijlen, die een knopvormigen stempel
hebben.
1 Kelk tanden stomp .....................Cuscuta...”
|
|
4 |
 |
“...sicyoides.
Wareeroe kroes.............(Aruba).Cissus trifoliata.
Watakeeli..................(Ben. W. Eil.) . . Beureria succulenta.
Watakeeri.................... (Ben. W. Eil.) . . Beureria succulenta.
Watapaana..................(Ben. W. Eil.) . . Caesalpinia coriaria.
Watapaana sjimarón . . . (Curagao).... Acacia villosa.
Watergrass................ . (Bov. W. Eil.) . . Commelina virginica
Water thistle..............(Bov. W. Eil.) . . Neptunia plena.
Wax plant................. . (Bov. W. Eil.) . . Hoya camosa.
White beans..........,. . (Bov. W. Eil.) . . Phaseolus lunatus.
White cap .................(Bov. W. Eil.) . . Ageratum conyzoides.
White ceder................(Bov. W. Eil.) . . Tecoma leucoxylon.
White chank ...... (Bov. W. Eil.) . . Beureria succulenta.
White coralita.............(Bov. W. Eil.) . . Porana paniculata.
White frangepane .... (Bov. W. Eil.) . . Plumiera alba.
White honeysuckle .... (Bov. W. Eil.) . . Lonicera japonica.
White hoop ....... (Bov. W. Eil.) . . Villamilla octandra...”
|
|
5 |
 |
“... ....... 373.
Hillia parasitica.................. 64, 373.
Hippeastrum puniceum .... 31, 149,
Hippomane mancinella .... 69, 252.
Hirtella triandra.............. 63 200.
Hoerihoeri........................ 197,
Hogmeat............................... 182.
Holly hock ............................ 240.
Holly stalk....................... 350.
Bïacfz'ijdfefi’1
Honey berry................... 309_
Hooba..................* . . 258-
Hoofdpifn blad................ 329-
Horse radish.................. 197,
Hoya camosa..................... 25, 324.
Hura crepitans.............. 57, 253.
Hydrocharitaceae . . . . . . 76, 111.
Hydrocotyle hirsuta.............38, 312.
Hydrolea jamaicensis......... 334.
Hydrophyllaceae............. 83, 334.
Hymenaea courbaril............. 16, 209.
Hymenocallis caribaea. . ; . .31, 149'-
Hymenophyllaceae.............75, 91..
Hymenophyllum ciliatum ... 7, 91.
Hypelate trifoliata......... 17, 263.
Hyperbaena domingensis ... 68, 191.
Hypoxis decumbens........... 33, 152.
Hyptis...”
|
|