1 |
 |
“...ONTGINNING,
59
ding van landbouwkundige kennis. Na den oorlog werd de ontginning zeer
bemoeilijkt ten gevolge van de hooge arbeidsloonen en de duurte der kunst-
meststoffen. Toepassing van de coöperatie in het-zuivelbedrijf heeft in hooge
mate er toe bijgedragen om den rundveestapèl op het zand uit te breiden,
hetwelk meer ontginning tot grasland tengevolge had. Als vereeniging, welke
in Nederland den grootsten stoot gaf tot de ontginning en verbetering van
gronden, zoowel daadwerkelijk als ook door propaganda, moetgenoemd worden
de Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem, opgericht in 1889.. Zij stelt
zich ten doel het ontginnen van woesten grond, het in stand houden van
bosschen en beplantingen, het aanleggen en onderhouden van bevloeiïngs-
en grondverbeteringswerken, de ontwikkeling en verbetering van de zoet-
watervisscherij. Daarnaast zijn in de laatste 25 jaren ook door particulieren
aanzienlijke oppervlakten woeste grond ontgonnen.
De oppervlakte, bezet met bosch, bedroeg in 1920 247 785...”
|
|
2 |
 |
“...Nederlandsche vee, treedt als tusschenpersoon op tusschen kooper en verkoo-
per, drijft desgewenscht zelf handel en verleent den buitenlandschen kooper
alle gewenschte medewerking voor de verzending en verpleging van de door
hem aangekochte dieren. Te Leeuwarden (Friesland) bestaat het Friesch
Fokvee-Bureau, dat zich ten doel stelt: 1°. gegevens te verzamelen, die voor
kooper en verkooper van Friesch fokvee van belang zijn, en deze ter beschik-
king te stellen van de koopers en verkoopers, en 2°. propaganda te maken
voor het vee. Het Bureau onthoudt zich van het drijven van handel in fokvee.
De rundveestapel in de eigenlijke weidestreken is zeer waren aanwezig in: talrijk. In 1921
Groningen..... 98621 Noord-Holland . . . . 193204
Friesland . 331089 Zuid-Holland. . . . 296918
Drenthe . . . . . . 102555 Zeeland . . . . . . 69850
Overijsel . 207849 Noord-Brabant . . . . 222660
Gelderland .... . 301094 Limburg .... . . 102451
Utrecht .... Totaal . . . 2062 768
In een land van zooveel vee zijn...”
|
|
3 |
 |
“...trachten in de kringen van belanghebbenden en belangstellenden
zelve de menschen te verzamelen, die de voorbereiding van het groote plan
zouden willen ter hand nemen en de uitvoering .krachtig bevorderen. De
oprichting der Zuiderzee-Vereeniging op 28 April 1886, waarvan ge-
noemd Kamerlid Buma voorzitter en de heer Yan der Houven van Oordt
secretaris was, is inderdaad een keerpunt geweest.
Deze krachtige vereeniging, waarvan thans mr. G. Vissering voorzitter is,
heeft niet alleen door onverflauwde propaganda de belangstelling voor het
grootsche werk warm gehouden, doch zij heeft ook mogeiijk gemaakt, dat
een in hoofdzaak definitieve technische grondslag werd gegeven aan de plannen
van drooglegging, die aanvankelijk slechts door enkele algemeene lijnen
waren aangeduid geworden. Zij stelde daarbij terecht op den voorgrond,
dat, met afwijking van alle bestaande vooroordeelen, begonnen moest worden
met een onpartijdig onderzoek naar den toestand der geheele Zuiderzee.
De Yereeniging voor de uitvoering...”
|
|
4 |
 |
“...sanatoria. In 1907
werd dit Comité omgezet in de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Be-
strijding der Tuberculose, welke al spoedig een bijzondere plaats in de tuber-
culosebestrijding ging innemen, doordat zij voor de regeering de controle
ging voeren over de plaatselijke vereenigingen en sanatoria, welke door het
Rijk gesubsidieerd werden.
De regeering gaf aan de bestrijding der tuberculose leiding door de voor-
waarden, waarop zij subsidie verleende. De Centrale Vereeniging zorgde
voor de propaganda en de opleiding van huisbezoeksters.
Het Rijk verleende voor den oorlog aan de plaatselijke vereenigingen en de
daarmee gelijkgestelde afdeelingen van het Groene Kruis slechts subsidie
voor de prophylactische tuberculosebestrijding; de verpleging van tubercu-
loselijders bevorderde de regeering door het verleenen van een rijksbijdrage
aan de bestaande sanatoria, waarbij het aantal verpleegdagen over het afge-
loopen jaar als grondslag diende.
Ook provinciale vereenigingen ontvingen subsidie...”
|
|
5 |
 |
“...DE TOESTAND TIJDENS EN NA DEN OORLOG.
521
Daarnaast staat het Instituut voor de Volkshuisvesting, dit is een vereeni-
ging van allen (zoo lichamen als personen), die zich op het gebied der volks-
gezondheid bewegen en die ten doel heeft de belangen der volkshuisvesting
in het bijzonder door wetenschappelijke studie, propaganda, etc. te bevorderen.
Aan rentedragende voorschotten voor den bouw van arbeiderswoningen is
op de begrooting van het departement van Financiën voor 1921 een bedrag
van f 100000000 uitgetrokken, op de begrooting van het departement van
Arbeid van dit dienstjaar een bedrag van f 9000000, voor bevordering vttn
den bouw van middenstandswoningen en f 4 000 000, ten behoeve van den
bouw van noodwoningen.
Op twee tendenzen in de woningpolitiek van de regeering in den laatsten
tijd dient nog te worden gewezen:
1°. het streven naar de meest mogelijke economie in de bouwplannen;
2°. het streven om het zonder krachtiger hulp uit ’s-Rijks kas tot werkloos-
heid gedoemde particulier...”
|
|