1 |
 |
“...hetgeen blijkt uit onderstaande cijfers:
1914. . . 893 ton 1917 . . . 1927 ton 1920. . . 1499 ton
1915 . . . 1 709 „ 1918 . . . 2 468 „
1916 . . . 2 015 „ 1919 . . . 1670 „
De alhier aangevoerde cacaoboonen komen voor een deel uit Groot-Britannië
en Portugal, voor een ander deel worden ze echter ook rechtstreeks uit de
productielanden aangevoerd.
In 1920 b.v. (behalve de aanvoeren uit onze eigen koloniën, welke voor
Ned. Indische en Suriname-cacao respectievelijk 1215 en 708 tons bedroegen):
uit Angola 696 ton; uit Britsch Oost-Afrika 521 ton; uit Britsch West-Afrika
3415 ton; uit Fransch West Afrika 506 ton; uit Portugeesch West Afrika 1897
ton; uit Brazilië 2697 ton; uit Ecuador 1860 ton en uit Venezuela 844 ton.
De uitvoer van cacaoboonen in 1920 was voor ongeveer % bestemd voor
Duitschland.
Aangezien de cacaoproductie van de Goudkust de laatste jaren aanzienlijk
is toegenomen (1910 23000 tons, 1919 178000 tons) en thans ca. 50 pet. van
de wereldproductie bedraagt, heeft deze soort (de ...”
|
|