1 |
|
“...voordeelen.
Die voordeelen en hiermee ben ik dan gekomen tot punt B.
van mijn onderwerp, bestaan uitsluitend uit het aanleeren van
de Nederlandsche taal in een Nederlandsche omgeving, maar men
vergeet, dat hoe wijder men de deuren van de Europeesche
school opent, hoe minder Nederlandsch die omgeving wordt,
terwijl bij algeheele openstelling de Europeesche school feitelijk
tot een Inlandsche verworden zal met hier en daar enkele
Europeesche leerlingen, wier invloed op de groote massa natuur-
lijk nihil zal zijn.
Toch is het aanleeren van onze taal, die tot sleutel moet
dienen om den tempel der Westersche wetenschap voor den
Oosterling te openen, van zoo’n groot belang voor den Inlander,
dat ware de Europeesche school het eenige middel, om tot de
kennis daarvan te geraken, ik vrede met de openstelling zou
hebben, zooals ik vroeger vrede had met de toelating van enkele
aspiranten voor dokter-djawa. Toch heb ik hun tegenwoordigheid
steeds beschouwd als een noodzakelijk kwaad.
Die knapen, gerukt...”
|
|