Your search within this document for 'memorandum' resulted in four matching pages.
1

“...ZUTPHEN, Mei 1945. Bij de aanbieding van het hiemevensgaand overzicht betreffende het beheer in Nederland van de geldmiddelen der Overzeesche Gebiedsdeelen in de jaren 1940/1943, moge de onder- geteekende er de aandacht op vestigen, dat dit memorandum vastgesteld werd in het begin van September 1944, d.w.z. in de periode van een zoodanigen snellen opmarsch der geallieerde legers door België, dat ook de volledige bevnjding van Nederland aanstaand scheen. De verwachtingen te dien aanzien bleven onvervuld niet alleen, doch werden bovendien gevolgd door eenige gebeurtenissen, welke op de gestie van het Departement van Koloniën niet zonder invloed zijn gebleven. De door de Regeering bevolen spoorwegstaking had ten gevolge, dat het post- en het betalingsverkeer gedurende geruimen tijd stagneerden en ook later slechts met aanzienlijke vertraging werkten. De ontploffing van een munitietrein op het spoorwegemplacement te Zutphen, maakte eind September 1944, naast tallooze particuliere woningen,...”
2

“...DEPARTEMENT VAN KOLONIËN. 2e en 3e Afdeeling. HET BEHEER IN NEDERLAND VAN DE GELDMIDDELEN DER OVERZEESCHE GEBIEDSDEELEN IN DE JAREN 1940/1943. 1. Dit memorandum beoogt een beknopt overzicht te geven van den gang van zaken, zooals deze zich, na de bezetting van Nederland, ten aanzien van de voornaamste onder- deden der openbare financiën van de overzeesche gebiedsdeden heeft ontwikkeld. Het bijgevoegd statistisch materiaal zal verder hetgeen op dit gebied gedurende de oorlogsjaren 1940/1943 heeft plaats gevonden, meer in details in het licht kunnen stellen. BEGROOTINGSBEHEER. 2. Met de begrootingen van de overzeesche gebieden — de grondslagen van het financieel beheer — was het bij de bezetting van het Moederland aldus gesteld, dat voor de Indische begrooting voor 1940 het Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer verschenen was, terwijl voor de Surinaamsche begrooting voor 1940 de Memorie van Antwoord aan dat College was toegezonden. Voor die beide gebiedsdeelen had de begrooting-1940 derhalve...”
3

“...betreft, het vaststellen van een zg. splitsingsbesluit (art. 2 I.C.W.) achterwege blijven; wel werden voor de dienstjaren 1940 en 1941 in vorm daarmede overeenkomende splitsingslijsten opgesteld — de lijst van 1941 gold ook voor de latere jaren —, doch deze dienden slechts om de continuïteit der boek- houding te waarborgen. RIJKSBEGROOTING. 10. De geldmiddelen van de overzeesche gebiedsdeelen zijn, zij het dan meer zijdelings, ook betrokken bij de Rijksbegrooting, zoodat het in het kader van dit memorandum past omtrent den gang van zaken van de begrootingen betreffende het Departement van Koloniën...”
4

“...Paramaribo afkomstig kasgeld. De blijkens bijlage no. 9 in 1941 van het Rijk ontvangen bijdrage in de kosten van een proefneming in de bacovencultuur, is dezelfde als die, in bijlage no. 10 onder dienstjaar 1940 geboekt. De opbrengsten van de posterij, welke in de bijlagen nos. 11 en 15 onder de middelen van Suriname en Cura9ao worden vermeld, zijn ontvangsten, verkregen met den verkoop h.t.1. van postwaarden van die gebiedsdeelen. 39. Het ligt voor de hand, dat bij de samenstelling van dit memorandum nog slechts zeer onvolledige gegevens over het jaar 1944 ter beschikking stonden. De verstrekking van definitieve eindcijfers omtrent de uitgaven en ontvangsten van dat jaar, zal tot ver in 1945 dienen te wachten. Wel kan hier in het algemeen worden gezegd, dat het beloop der finan- ciën in het thans verschenen deel van 1944 zeer vermoedelijk niet noemenswaardig zal ver- schillen met dat van 1943, omdat de gang van zaken zich geleidelijk heeft gestabiliseerd. Het werd daarom opportuun geacht...”