| 1 |
 |
“... terwijl de acacia’s en andere planten in
het zuiden op de verwantschap met Australië wijzen.
Volgens Beccari zijn op Nieuw-Guinea de planten der
verschillende deelen zoo uiteenloopend, dat deze botanicus
geneigd is, het als eene samenvoeging van verschillende
eilanden te beschouwen. In de vlakten groeit het suiker-
riet soms mijlen aaneeü; de lage kusten zijn echte rhizo-
phorenkusten. Van de palmen noemen we twee areca-
soorten en eenen sagopalm. De landbouw der Inlanders
omvat rijst, maïs, yams, kokospalmen, sago,' suikerriet,
bananen en tabak; voor de voeding dienen ook nog de
broodvrucht, den mango en eenige soorten kastanjes. Voor
den handel levert het eiland, zooals we reeds bij de
Molukken zagen (§ 104), sago, muskaatnoten, bamboe,
massooi, ebben- en sandelhout; mass ooi komt van den
massooiböom en is als specerij, geneesmiddel en verfstof
in China gewild. Voor den handel met de Gorammers...”
|
|
| 2 |
 |
“...hout, alles door den loekoeman (sjamane) gemaakt —
tegen wonden en andere ongevallen. De Heidensche
Boschnegers tatoeëeren het lichaam sterk, de Christelijke
weinig meer. De dorpen liggen bij de rivieren en meest
op eilanden. Alle reizen geschieden in korjalen. De
mannen zijn jagers en vissehers; de landbouw en het huis-
houden zijn het werk der vrouwen. De akkers worden alleen
aan de oppervlakte wat omgewerkt. Cassave is, als bij
de Indianen, hoofdvoedsel - ook eet men pindanoten, ba-
taten, yams, rijst en mangovruchten. Tan de Europe-
SCHTJILING-, TROPEN. 30...”
|
|