1 |
|
“...is harder en tevens lichter dan eikenhout; het is zelfs,
hoewel het den paalworm slechts gebrekkig weerstand
biedt, vrij wel tegen witte mieren bestand en dient in Indië
en Europa voor het bouwen van schepen, b.v. die der
Maatschappij Nederland en die der Nederlandsch-Indische
Stoomvaartmaatschappij, in zooverre ze van hout zijn; ook
als meubelhout en als dwarsliggers en strekhouten onder
de Indische spoorwegen heeft het groote waarde. Dat van
de kust van Malabar, waar vroeger ook de grootste wou-
den werden gevonden, verdient den eersten prijs en wordt
vooral te Bombay verwerkt en uitgevoerd. In den drogen
moeson — dus op Java en de Kleine Soenda eilanden in
onzen zomer, elders in onzen winter — bedekken de
groote broze bladeren, welke in den natten moeson een
vrij dicht loofdak vormen, den bodem. De djatiboomen
worden op eenen ouderdom van + 100 jaar bruikbaar en
zijn dan tot ± 40 M. hoog. Alleen zij staan, in tegen-
stelling met de zoogenaamde wildhoutbosschen op Java
onder cultuur;...”
|
|
2 |
|
“...97
de merkwaardigste. Deze baai zet zich als alluviale vlakte
een paar uren gaans naar binnen voort, verheft zich nau-
welijks boven den zeespiegel en wordt door dichte wou-
den , hier en daar met alang-alangvelden afgewisseld, be-
schaduwd. Rondom deze gloeiend heete vlakte vormt het
bergland eenen kolossalen, bijna loodrechten, als met een
mes afgesneden, 3 a 400 M. hoogen muur, Linggoeng
geheeten. Een zestal hooge watervallen storten van den
rotswand naar beneden en graven langzamerhand kloven
in den rand. De kleine vlakte is bijna onbewoond; trou-
wens is in het zuiden der Preanger de bevolkingsdicht-
heid overal zeer gering.
Van het centrale gedeelte van het Preanger bergland,
dat de beschreven plateaux afsluit, stroomen een groot
aantal rivieren met kracht en in breede dalen naar den
Indischen Oceaan, b. v. de Tji Damar en de Tji
Laki. Aan den uitgang der dalkloven vindt men door
de ontzaglijke hoeveelheden bergpuin, welke deze stroo-
men meevoeren, vaak driehoekige zand- en rolsteenban-...”
|
|