Your search within this document for 'tap' resulted in three matching pages.
1

“...kalfateren, voetmatten, vloerkleeden en touwwerk, de schil der kokosnoot wórdt verwerkt tot lepels, bekers en dergelijke artikelen en in de noot bevindt zich een frissche en smakelijke drank; aan de binnenzijde der schil van halfrijpe vruchten vindt men eene geleiachtige massa, welke later hard wordt, en geraspt en met water aan- gemaakt de bekende kokosmelk oplevert; jonge blad- knoppen worden als groente gebruikt, van jonge en oude bladeren vlecht men mandjes en de laatste gebruikt men ook als a tap, d. w. z. om huizen te dekken, terwijl de stam eveneens voor stijlen van huizen dienst doet; uit de rijpe vruchten — ± 100 per jaar — wint men de be- kende kokosolie, het belangrijkste product van den geheelen boom, dat dienst doet in de keuken, voor kunst- licht en bij het toilet. Om dit veelzijdig nut wordt er van de aanplant van dezen boom in verschillende streken veel werk gemaakt. b. de arengpalm. Deze komt eveneens op bijna alle eilanden voor; de stam is kort en lijnrecht. Bij insnijding...”
2

“...in Engelsch-Indië, waar hij p%lmyrapalm heet; de bladeren werden vroeger op Java, worden thans nog op Bali en Celebes gebruikt, om er op te schrijven. Vooral in Oost-Java en op de Kleine Soenda eilanden levert hij veel toewak en suiker of stroop; de laatste is b.v. op Botti een belangrijk voedingsmiddel. b. den gebangpalm; deze vormt vooral in West-Java, in de zuidelijke kuststreken, geheele wouden en is van veelzijdig nut. Uit den stam haalt men eene soort sago, de bladeren gebruikt men als a tap of voor hoeden, zeilen, koffiebalen, enz. Door haar voorkomen zijn aan de palmen verwant: de bamboezen, meestal 10 tot 50, zelfs tot 130 voeten hoog; vooral de kleine, doornige soorten vormen een on- doordringbaar struikgewas; ze zijn tot eenen voet dik en hebben groene tot matgele bladeren; meestal vormen ze afzonderlijke groepen, zoowel in vochtige als tijdelijk droge...”
3

“...tertiaire tijden aan den rand van hot Europeesch-Aziatische vastland was gelegen. Langs alle lage stranden vindt men wouden van rhizophoren. Yarens en orchideeën treft men overal ineindelooze verscheidenheid aan. De vreemdsoortige Yanda lowii laat op vele plaatsen hare schoone bloemen, als roode starren op loshangende koorden, tot van wel 10 voet lengte, naar beneden hangen. Yan de nuttige gewassen ver- dienen vooral vermelding: de nipahpalmen, om hunne vruchten en bladeren, welke laatste als a tap dienstdoen; het ijzerhout, als timmer-en het ebbenhout, als meubel- hout; onderscheidene planten, welke harsen en gommen leveren, zooals de kamferb o om, welke reeds bij Sumatra nader werd beschouwd, en detabanendegetahpertja, welke het product met den laatstgenoemden naam opleveren,...”