| 1 |
 |
“...Op de
omliggende eilanden, waar, de kruidnagel in het wild
groeide, werd hij vroeger, ten einde overmatige productie
te voorkomen, uitgeroeid. Daartoe hield men zoogenaamde
hongitochten, welker deelnemers het land afliepen,
om zorgvuldig ieder boompje uit te roeien; na 1824 werden
deze niet meer gehouden.
De landzoogdieren zijn meest vleermuizen en
verder een drietal exemplaren van het geslacht k o e s o e
— op Banda en Ceram soms koeskoes geheeten,— een
paar civetkatten, eene spitsmuis, eene rat, de
vleugelmuis en veel herten. In de zee leven de
doejong en de cachelot; ze is tevens zeer vischrijk
en op de riffen vindt men veel stekelhuidige dieren, zee-
sterren , zeeëgels en tripang.
De Inlanders worden onderscheiden in burgers en
negorij bevolking. —Deeersten zijn bijna allen Chris-...”
|
|