1 |
|
“...198
nietigen; ’t einde moest zijn rast in het ledige, de nir-
wana; eerst dan was het gevaar der wedergeboorte tot
nieuwe ellende voor altijd geweken. Deze theorie spreekt
op Java duidelijk in de zoogenaamde „leer van het klare
water”, welke den toestand, waarin niets het hart roert
of deert, daar het rein is als helder water en doorzichtig
als glas, als de hoogste zaligheid predikt. Op Java deed
het Boeddhisme allerhande sekten ontstaan, van welke
enkele tot het grofste atheïsme oversloegen.
Of het Boeddhisme dan wel het Brahmanisme zich ’t
eerst op Java vertoonde, is nog niet uitgemaakt. Meestal
neemt men ’t laatste aan; Yeth helt over naar de eerste
meening.
De stomme getuigen van de vroegere aanwezigheid der
Hindoe’s en hunne godsdiensten op Java zijn de talrijke
tempelruïnen (tjandi’s), welke we reeds hier en
daar ontmoet hebben. Ze liggen in twee gordels, n.1.
1. het Diëng-plateau—Bagelen—Kadoe—Djokjokarta
—Soerakarta—Samarang, en
2. Soerabaja—Kediri—Passoeroean—Probolinggo.
De r...”
|
|