| 1 |
 |
“...241
de diabazen en de verwanten dezer groensteenen.
Ze zijn in al de drie oudere vormingen ombooggedrongen.
De kolenkalk hebben ze vaak zeer gemetamorphoseerd,
door het in een granaatgesteente om te zetten, dat met
kopererts geimpregneerd is; op Sumatra is overal het
koper aan het diabaas en zijne verwanten gebonden.
Vooral in het zuiden der Padangsche Bovenlanden komen
veel diabaasstreken voor; eveneens bij Natal in het noor-
den, terwijl in geheel Zuid-Sumatra — Benkoelen, de
Lampongs en Palembang — alle groensteenen volkomen
onbekend zijn. Den juisten ouderdom der diabazen en
hunne verwanten, vooral gabbro’s, kan men niet bepa-
len, daar vóór het tertiaire tijdvak geen nieuw gesteente
•uit water bezonk; wijl echter overal elders de diabazen
weinig jonger zijn dan de kolenkalk, mag men ze ook
op Sumatra dien ouderdom geven.
b. Het jonge Sumatra.
1. De erupties van diabazen gingen waarschijnlijk met
verheffing van den bodem gepaard; althans was de kern
van Sumatra in het laatste deel van...”
|
|
| 2 |
 |
“...242
tang Gradies in Noord-Sumatra en het bergland ten
noorden van Natal, benevens de streken bij Mo ear a
Doea en aan de Sepoetih in Zuid-Sumatra waren des-
tijds met zeewater bedekt, zoodat het eoceen op Sumatra
eene groote uitgebreidheid heeft; echter ontbreekt het in
de Padangsche Benedenlanden en in Benkoelen.
Bijna geheel bestaat het uit zandsteenen; kalk be-
vat het betrekkelijk weinig. Verbeek heeft het, zooals
we reeds zagen (zie p. 20), naar den ouderdom ingedeeld
in vier étages, n.1.
a. eene breccie-étage, bestaande uit breccien, con-
glomeraten, zandsteenen en mergelsehiefers, de laatste
met talrijke afdruksels van visschen en planten;
b. eene kwartszandsteen-étage, met vele af-
druksels van planten, maar zonder dierlijke versteeningen;
deze etage bevat veel steenkolen, o. a. het beroemde
Ombiliën-kolenveld, welks kolen met de beste uit
het carbonische tijdvak kunnen wedijveren; ze bevatten
77 pet. koolstof en geen fossiel hars, zooals de eocene
kolen op Borneo en Java; ook aan...”
|
|
| 3 |
 |
“...243
Ommelanden van Benkoelen, in Lebong, bij Ajer Bangies,
Natal en Siboga; zelfs vormen ze bezuiden Padang, tot
de Troessanbaai, de schoone rotskust, terwijl alle
hooge eilanden voor de westkust eveneens uit andesieten
bestaan, en binnen de lijn Katang-Katang—Poeloe
Bando, twee eilandjes vóór de kust der Padangsche
Benedenlanden, ongetwijfeld ook den geheelen zeebodem,
welke bewesten de genoemde lijn plotseling van zeer on-
diep meer dan 100 vademen diep wordt. Dat deze an-
desieteruptie, welke we op Sumatra kennen van den
Ylakken Hoek in ’t zuiden tot Siboga in het noorden, en
zich misschien ook door geheel Atjeh uitstrekt, met eene
verandering van de verdeeling van land en water in den
Archipel samenging, mag men aannemen, en het ligt voor
de hand, ze in verband te brengen met de verheffing van
Centraal-Sumatra aan het einde van den eocenen tijd,
toen de genoemde zeeboezem in de Padangsche Boven-
landen en de andere eocene vlakten, zich boven de wa-
teren verhieven.
3. Na den eocenen...”
|
|
| 4 |
 |
“...Garnizoensbataljon van Suma-
tra’s Westkust en eene kweekschool voor Inlandsche onder-
wijzers ; na de bezetting van Padang Lavas is deze
plaats het centrum van Tapanoeli geworden.
Aan de westzijde van de groote lengtespleet vinden we
eveneens een gebergte, welks grondslag graniet en oude
leien is, maar dat voor een groot deel door oude en jonge
vulkanische producten aan het oog is onttrokken; dit is de
eigenlijke Boekit Barisan. In het zuiden, tot de breedte
van Natal, is het aan den westrand met zeediluvium be-
dekt; benoorden Natal vindt men tot bij de baai van
Tapanoeli tegen den westvoet een onvruchtbaar, zeer dun
bevolkt plateau van eocenen zandsteen, dat hoogstens tot
200 M. stijgt en waarin de rivieren zeer diepe kloven
met steile wanden hebben uitgeschuurd. Zoowel het zee-
diluvium als het zandsteenplateau rijzen steil uit de allu-
viale moerassen op; het laatstgenoemde komt op een paar
plaatsen aan zee. Bij Batang Taro, aan de gelijk*
namige rivier, gebruiken de Inlanders den zandsteen...”
|
|
| 5 |
 |
“...275
schen de beide vulkanen ontspringt de Natal, aan den
zuidvoet van den Sorieq Berapide Batahan; aan weers-
zijden van den Sikadoedoek zoeken ze de kustvlakte en
daarna de zee. Door het dal der eerstgenoemde gaat de
eenige postweg, welke het lengtedal met de westkust
verbindt, naar Natal; met eenen pas van 1260 M. hoogte,
Hemelpoort geheeten, overschrijdt hij het westelijke
gebergte; dit hoogste deel is slechts een paardenpad, zoo-
dat al de koffie van het boven-Gadiesgebied op den rug
van paarden over den pas wordt gevoerd.
Het Gadies-Ankola lengtedal is van Nota Nopan
tot Padang Sidempoean 18 uren gaans lang en is overal,
behalve in het noorden, door zeer oude gebergten inge-
sloten. Daar de Loeboeq Eaja in het hedendaagsche of
in het kwartaire tijdvak is ontstaan, mag men aannemen,
dat het lengtedal vroeger afvloeiing had naar het noorden,
n.1. naar de straks te noemen Batang Taro. Toen de
hooge dam van den genoemden vulkaan voor goed den
weg naar het noorden afsloot, ontstond ook...”
|
|
| 6 |
 |
“...Soempoer en zoo met den hoofdweg van het bergland
verbindt, werd reeds vroeger genoemd (zie p. 270).
Ook in Tapanoeli wisselen de vlakke en de rotskus-
ten, vaak door alleenstaande bergen gevormd, elkander af.
Meestal vindt men achter eenen, van vijftig tot eenige
honderden meters breeden en 2 a 3 M. hoogen zoom van
zuiver zeezand eene meer of minder breede strook moeras-
sen, door welke de rivieren met tragen loop naar zee
gaan. De eerste belangrijke plaats, van de zuidgrens te
beginnen, is Natal, aan den mond der gelijknamige
rivier; het heeft vrij wat handel, vooral in kamfer (zie
de flora, § 54). Door de omringende moerassen heerscht
er veelal malaria. Echter komen ook hier oud-vulkanische
heuvels, deels diabaas, deels andesiet, dicht aan de kust,...”
|
|
| 7 |
 |
“...laatste staan onder adsistent-
residenten, terwijl de gouverneur te Padang wordt bijgestaan
door eenen adsistent-resident voor de politie en eenen
controleur.
De residentie Padangsche Bovenlanden omvat
vijf afdeelingen, n.1. Agam; Batipoe en de X
Kota’s; deLKota’s; TanahDatar,endeXIIIen
IX Kota’s. De vier laatste worden bestuurd door ad-
sistent-residenten en Agam staat direct onder den resident
te Port de Koek.
De residentie Tapanoeli telt vier afdeelingen,
n.1. Siboga; Mandaïling en Ankola; Natal, en
Padang Lawas. Siboga staat direct onder den resident
te Padang Sidempoean, de volgende afdeeling onder eenen
adsistent-resident en de twee laatste staan onder controleurs.
H. De residentie Benkoelen, groot 456 Qm. en...”
|
|
| 8 |
 |
“...73
Moravische Broeders 593,
594, 595
Moresby 527
Moros 73
Morotai 516
moskeepriesters 200
Motir 485, 519
Monbara 481
Mount Paradis 623
Mount Yule 529
mud-lumps 135
Müller 64, 356, 386, 474,
526
munten 548
Muntok 293, 345
Muntok (Lingga) 338
Murray 409
muskaatnoten 57, 486,
402
muskieten 583
musupringin 321
mijndistricten 345, 350
mijningenieurs 18
NT
Naked Boy Hill 623
Namatote 531
nana’s 579
Nanga Tabo 470
Nan hai 6
Nankauri 424
Nassau eil. 305, 306
Nassau (fort) 447
Nassau straat 306
Natal 287, 329
Natal (de) 275
Natoena eil. 339
natte moeson 36
Natuurkundige Commissie
18, 64
Nauw (het) 134
navelzwijnen 582
Nearctisch Rijk 62
Nederland (Mij.) 557
Nederlanders 74
Ned. Bijbelgenootschap
561
Nei. Genootschap 560
Ned. Ger. Zendingvereni-
ging 560
Nederlandsch Guyana 565...”
|
|