Your search within this document for 'marmer' resulted in two matching pages.
1

“...473 humuslaag is zeer vruchtbaar. In den bodem tornt marmer voor. Naast het sandelhout moet ook het ebbenhout ge- noemd worden. De verwilderde paarden, welke op de grasvlakten der bosschen hun voedsel zoeken, zijn nog meer gezocht dan die van Timor, Rotti en Savoe; de talrijke buffels stampen de akkers voor den rijstbouw fijn. De bevolking wordt als dom en bijgeloovig, echter tevens als goedaardig en schoon beschreven; zij telt vier vrij scherp gescheiden standen; het aantal zielen wordt begroot op 400,000. Te Memboro, in het westen, en Melolo, in het oosten, beide niet ver van de noordkust, hebben wij post- houders en te Waingapoe, in het midden der noord- kust, de eenige haven voor den geringen buitenlandschen handel, eenen controleur. De Savoe eilanden, met eene strekking van het zuidwesten naar het noordoosten, evenals Timor, zijn slechts 11 □ mijlen groot. Het noordoostelijkste eiland, eene kalkformatie, is verreweg het grootst. Het woud is niet zeer zwaar. De bevolking wordt op 15...”
2

“...uit klipsteen opgetrokken muren. b. de Sermata eilanden, van welke slechts twee bewoond zijn, n.1. L o e a n g, slechts één enkele berg, door koraaleilandjes omgeven, en Sermata. Riedel noemt ze mioceen. Ze zijn tot 260 M. hoog en bijna boomloos. Er wonen 6900 menschen; onder de 1200 van Loeang zijn 500 Christenen. c. de Babber eilanden, evenals de vorige in 1645 door ons ontdekt. Op het hoofdeiland, dat eigenlijk Ba- bar heet en in het noorden tot 680 M. hoog is, komen kristallijne leien en marmer voor; aan de westkust ligt het dorp Tepa, waar onze posthouder, tevens voor de Sermata eilanden, resideert; men vindt aldaar de ruïne van eene groote Christenkerk uit den tijd, toen de O. I. Compagnie hier handel dreef en tevens het Christendom verbreidde, maar geene Christenen meer. Het hoofdeiland...”