1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/47/00001/NL-0200050000_UBL10_00080_0239thm.jpg) |
“...dat de vrucht der
verbeelding in hooge mate met de werkelijkheid verward
wordt; ook bij hen heerscht de meening, dat alle bewe-
ging en werking, welke men waarneemt, uitgaat van
persoonlijke, denkende en willende wezens. Dezen waan
noemt men animisme. Het berust op twee grondsla-
gen, n.1.
1. dat ieder voorwerp eene ziel heeft, en
2. dat deze ziel het voorwerp, waarin ze
huist, willekeurig kan verlaten.
Door 1. ontstaat het fetisisme (van ’t Lat. facti-
tius = ’t Port. feitipo d. w. z. met tooverkracht be-
gaafd); door 2. het spiritisme (van ’t Lat. spiritus
— geest). Deze twee richtingen van den natuurgodsdienst,
vermengd met Hindoesche en Mohamedaansche
elementen, welke er echter geen organisch geheel mee...”
|
|
2 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/47/00001/NL-0200050000_UBL10_00080_0562thm.jpg) |
“...493
bedekt is door eene vleezige schil, veel gelijkende op
die onzer walnoten; ze wordt als gelei algemeen gebruikt,
terwijl de zaadmantel bij ons als foelie (= lat. folium,
d. i. blad) bekend is. In den tijd, dat de bleekgele schil
berst en daardoor de levendig roode foelie zichtbaar wordt,
levert een volwassen muskaatnoteboom een verrukkelijk
schoon gezicht op. Met de gai-gai — een tweetandig
vorkje, bevestigd aan eenen bamboestok, welks gespleten
boveneind tot een eivormig mandje is gevlochten — worden
de rijpe vruchten geplukt en in de perkgebouwen van de
foelie, welke gedroogd eene oranjegele kleur aanneemt,
ontdaan. Daarna gaat men ze drogen met behulp van
vuur, totdat ze in den bolster rammelen, om deze daarna
stuk te slaan; met deze stukgeslagen bolsters stookt men
de notenkombuizen. Nadat men de noten dan in eene
brij van zuivere kalk en zeewater gedoopt en daarna ge-
droogd heeft, zijn ze zeer duurzaam geworden en voor
den handel geschikt; ze brengen ongeveer viermaal zooveel...”
|
|