1 |
 |
“...30
het Zuider Kruis, dat als eene vertroosting ons toelacht, terwijl
de Schorpioen, het zinnebeeld van het keerkringsklimaat, als
eene waarschuwing aan den hemel staat. Het sterrenlicht, dat
door den effen waterspiegel wordt teruggekaatst, doet de nachten
in helderheid met de eerste schemering op hooge breedten wed-
ijveren. Menigvuldige verschietende sterren, in alle richtingen,
vermoeien het oog, ofschoon zij de eentonigheid van het schit-
terende uitspansel verbreken. Hare rusteloosheid in die onpeil-
bare wereldzee steekt niet weinig af bij de schijnbare rust in
den zachtvloeienden luchtstroom van den landwind.
In den nanacht verslapt de landwind, die echter zelden met
kracht blijft doorwaaien, maar altijd grillig en ongestadig is. Met
het aanbreken van den dag wakkert hij speelsgewijze weer wat
aan, om langzamerhand te verdwijnen, naarmate de zon zich
verheft. De tijd, waarop het stil wordt na de land- en zee-
winden, is onbepaald en de stilten zijn ongelijk van duur. Tn
den regel...”
|
|