1 |
 |
“...waarschijn-
lijk van Hindoeschen oorsprong. In de uitgestrekte na-
tuurwouden leven hier nog veel olifanten, rhinocerossen
wilde zwijnen en tijgers. De rijstbouw, buiten de ge-
noemde hoofdplaatsen bijna alleen op ladangs gedreven,
gaat door de overstroomingen der rivieren vaak geheel of
gedeeltelijk verloren. Op de hoogste ladangs kweekt men
na den oogst steeds meer tabak. Ook aan de ramehcultuur
begint men hier eenige aandacht te wijden. De bosch-
producten gaan meestal naar Palembang. Over den Boe-
kit Barisan wordt slechts hier en daar eenige ruilhandel
gedreven.
Met den reeds genoemden Seblat, benoemd naar een
riviertje, dat naar de westkust gaat, maar onder dien
naam door de leden der Sumatra-expeditie (1877-79) niet
gevonden en door haar, naar den hoogsten der drie toppen,
Gadang (ruim 2000 M.) geheeten, betreden we de reeds
genoemde, weinig bekendè Onafhankelijke Landen,
welke vroeger onder de suprematie der sultans van Pa-
lembang en Djambi heetten te staan, en thans nog voor
een deel onder...”
|
|