1 |
 |
“...aanzienlijke macht geworden, welke leidde tot
overmoed. Deze bleek, toen er een reusachtig moordplan
tegen alle Maleiers en Europeanen in de Wester Afdeeling
ontdekt werd. Daarop volgden van onze zijde de kongsi-
oorlogen (1853-56); na hevigen tegenstand nam Ver-
spijck eindelijk de hoofden der vier vijandelijke vereeni-
gingen gevangen. Alleen de kongsi Lan fong (= orchi-
deeëngeur; de orchideeën gelden in China als het
beeld der eendracht), welks hoofd, — kapthai, ontstaan
uit het Maleisch kapitan toewa, d. i. oude kapitein,
waarin toewa werd verward met het Chineesche toa of
thai, d. i. groot —, Lioe A-sin geheeten, ons vriend-
schappelijk gezind bleek te zijn, heeft tot diens dood in
1884 bestaan; met dit jaar zijn dus de min of meer
zelfstandige, zich zelve besturende republieken ver-
dwenen. Wat men thans op Borneo, en, zooals we zagen,
op Bangka en Blitong en in Deli kongsi’s noemt, zijn
slechts vereenigingen tot gezamenlijken arbeid zonder
meer. — Denaamkong sibeteekent: beheer—si—van...”
|
|