1 |
 |
“..."Westkust, een deel van Mas, de
Lingga eilanden en enkele deelen van Borneo’s Wester-
en van de Zuider- en Ooster Afdeeling; over het zuiden
van Sumatra’s Westkust, het grootste deel van Neder-
landsch-Bomeo, het westen van Nederlandsch-Timor en
eenige kleinere Molukken hebben we slechts enkele losse
geologische gegevens, terwijl het overige nog op geolo-
gische onderzoekingen wacht. Daardoor is het geologisch
overzicht van Insulinde als geheel nog zeer onvolledig.
Zoowel neptunische — d. i. uit zout, brak of zoet
water bezonkene — als eruptieve — d.i. als gloeiend
vloeibare massa’s uit het binnenste der aarde omhoogge-
drongene gesteenten nemen deel aan de vorming van
Insulinde. We zullen de thans bekende vormingen uit de
vier gesloten tijdvakken, waarin de geschiedenis der aard-
korst wordt verdeeld, n.1. het primaire, het secundaire,
het tertiaire en het kwartaire, beknopt aangeven.
I. Het primaire of palaeozoïsche (= met de
oudste dierlijke overblijfselen) tijdvak, verdeeld in a. eene
silurische...”
|
|
2 |
 |
“...uiteinde
der groote monopolie-compagnie; met f 112 m. schuld
gingen de bezittingen der roemrijke Oost-Indische Com-
pagnie aan den Staat over. Daarop volgden de vernede-
ringen van den Franschen tijd. Onze koloniën werden,
de eene voor de andere na, door Engeland genomen. De
vorsten van Soerakarta en Djokjokarta sloegen steeds
hooger toon aan en zouden stellig ons juk hebben afge-
schud , hadden ze niet gevreesd, daardoor des te spoediger
onder de nog meer gehate Engelschen te komen. Te
Tjeribon brak een opstand uit, welke met behulp der
Madoereesche hulptroepen met moeite werd onderdrukt
(1806). 'Wel wist Daendels (1808—11), door koning
Lodewijk Napoleon tot Gouverneur-generaal benoemd, met
strenge hand de. orde te handhaven, en was hij Java ten...”
|
|
3 |
 |
“...zich gaarne onder het
Nederlandsche gezag; toen in 1824 op deKarimataeilan-
den onze vlag was geplant, behoorde de geheele Wester-
Afdeeling aan ons. Vooral de zeeroof, vaak door de
inhalige Maleische vorsten aangemoedigd, gaf hier echter
nog handen vol werk. Zelfs werd de sultan van Matan en
Simpang om die reden afgezet en zijn rijk aan eenen
Siakschen prins, den stichter van Vieuw-Brussel, gegeven
(§ 69). Ook in Zuid-Bomeo vestigden we ons op nieuw
en breidden ons gezag er steeds uit. In 1859 brak hier
echter een opstand uit in de buurt der behandelde kolen-
mijnen (§ 71); onze ambtenaren, het personeel der par-
ticuliere mijn Julia Hermina en de zendelingen werden
vermoord, zelfs werd op de Baritoe een stoomschip ge-
plunderd en uitgemoord, alles uit ontevredenheid over het
bestuur van den door ons aangestelden sultan. In ’t vol-
gende jaar onderwierp Verspijck de opstandelingen en
werd de sultan afgezet en zijn rijk tot ons rechtstreeksch
gebied gemaakt (§ 71).
Reeds in 1825 erkende de...”
|
|
4 |
 |
“...geboren waren. Ruim 1400
beleden den Roomsch-Katholieken, de overigen den
Hervormden godsdienst. De taal, ook op de scholen,
is het Engelsch; in het Fransche deel kennen enkelen
ook Fransch, in ons deel kan bijna niemand Hollandsch
spreken. De Nederlandsche gezaghebber woont te
Philipsburg, op de nehrung der Groote Zoutpan ge-
legen en genoemd naar den vroegeren vice-commandeur
John Philips. Het water der putten gaat er, vooral
bij zuiden- en zuidwestenwind, met de zee op en neer
en is dus zeer brak; bij gebrek aan regenwater moet men
daarom het drinkwater uit eene beek van het binnenland
halen. Ten zuidzuidwesten der stad kan men met eenen
kijker de huizen op Saba zien liggen. In de nabijheid
onzer hoofdplaats vindt men de ruïnen van de forten
Willem en Amsterdam. De eerste Fransche plaats,
Marigot, ligt aan de westkust; ten noorden er van vindt
men eveneens de ruïnen van een fort.
Ten noordoosten van het Fransche deel vindt men het
slechts door één gezin bewoonde Tintamarre (— geraas,
...”
|
|