Your search within this document for 'bata' resulted in one matching pages.
1

“... heden van het leger te voorzien; de kruitmolens te Semarang, Ngawi en Bodjong; de salpetergroe- ven te Soetji (bij Gresik) en op Madoera; de in- strumentmakerswinkel en de geweermakers- school te Batavia; de kleedermakerswinkel te Batavia; de ledergoedfabrieken te Semarang en Soerabaja; de convalescentenhuizen te Ma- lang en Oengaran en het bad- en gezondheids- etablissement te Pelantoengan (§20); het topo- graphisch bureau, het lithographisch etablis- sement en het photographisch atelier te Bata- via; de paardenstoeterij te Mala ss or o (op Celebes). Het geheele leger heeft eene normaalsterkte van onge- veer 30,000 man; ze worden, wat soldij, Heeding, voe- ding en administratie betreft, onderscheiden in Europe- anen, Afrikanen, Ambonneezen en Inlanders; alleen de laatsten dragen geen schoenen en ondergoed. Ons leger van het moederland mag voorlndië niet worden gebruikt; daardoor zijn de Europeanen allen vrij willigers; ze tellen ruim % van het totale aantal. De Afrikanen zijn slechts...”