1 |
|
“...320
dapper en oprecht. De vrees voor booze geesten — begoe’s—
is zeer algemeen. Priesters tent men onder deze heide-
nen niet, alleen sjamanen — datoe’s, si baso’s of goe-
roe’s — die de booze geesten, welte de ziekten veroor-
zaken, bezweren en trachten te verdrijven (si baso =
het woord, nJL het woord van den geest, dat de sjamane
als medium spreekt). De natuurgodsdienst is langzamer-
hand vermengd geworden met islamietische voorstellingen,
welke vroeger van Atjeh kwamen, thans echter meer uit
Deli binnendringen. Hunne weinige tempels zien er zeer
onooglijk uit. De ouderen van dagen dragen als amulet
meestal houten beeldjes bij zich; een gat boven of onder
er in dient voor het bergen van een of ander tooverme-
dicijn.
Hunne woningen zijn van hout of bamboe en met alang-
alang gedekt; ze staan op 4 tot 8 voet hooge palen; de
varkens, ook wel de runderen en paarden, huizen er
onder. Ze vormen in de dorpen — kampongs ofhoe-
ta’s, het Maleische kota’s — twee rijen; een plein ligt er
tusschen...”
|
|