Your search within this document for 'anti' resulted in one matching pages.
1

“...tropische landen 5 a 6 oogsten per jaar en groeit ook wel in de gematigde luchtststreken, b. v. in het Rhönedal, waar eenige door de phylloxera verwoeste wijnbergen er mee bedekt werden. De hoofdtrekken der f a n n a van Sumatra werden reeds (§ 16) aangegeven. De overeenkomst met Malakka. en Borneo is zeer groot en van al de groote zoogdieren van het vastland ontbreekt hier niet één; vooral de olifant, de tweehoomige rhinoceros, de tapir, de tijger, de beer, een zeer groot hert en eene zeer schuwe anti- lope moeten genoemd worden. Apensoorten vindt men hier vele; van de groote noemen weden si amang, welke elders alleen op Malakka voorkomt, en de mawas, op Borneo orang-oetang geheeten; de laatste ziet men al- leen in het noordelijke deel der oostelijke vlakte. Eigen zoogdiersoorten heeft Sumatra slechts 5, eigen geslachten maar 1 (zie p. 81). Ook wat de vogels betreft, komen alle schoone en merkwaardigste vormen van Malakka. en Borneo hier voor. De argus- of Junovogel, ook wel Sumatraansche fazant...”