1 |
 |
“...•XII
INHOUD.
b. De noordelijke groep.
§ 105. Beschrijving van de eilanden der noordelijke groep. § 106.
Uitbreiding van ons gezag in de Molukken; contracten met de
drie sultans; bestuur; inkomsten.
E. Australisch Insulinde.
§ 107. Beknopt overzicht der ontdekkingsgeschiedenis van Nieuw-
Guinea. § 108. Overzicht van Nieuw-Guinea. § 109. Koloni-
satie op Nieuw-Guinea. § 110. De Papoea eilanden. § 111.
De Aroe eilanden.
ITT DE VERHOUDING VAN NEDERl-ANDSCH-INDli: TOT HET MOEDERLAND; HET BESTUUR.
§ 112. Het burgerlijk bestuur. § 113. Het rechtswezen; slavernij
en pandelingschap; heerendiensten. § 114. De land- en zee-
macht. § 115. Het financiewezen; verpachte en niet-verpachte
middelen. § 116. Yerkeer met Nederland; de Handelmaat-
schappij; industrie. § 117. De zending; het onderwas.
AFDEELING II.
SURINAME EN NEDERLANDSCH WEST-INDIE.
1. SURINAME.
§ 118. Ligging; grenzen en grootte; zeestroomingen en getijen;
klimaat. § 119. Geologie. § 120. De flora; cultures. § 121.
De fauna; veeteelt. § 122...”
|
|
2 |
 |
“...de noord-
oostzijde komt het bekken van den Grooten Oceaan
eveneens met eene diepte van meer dan 3000 M. tot
dicht bij den rand der eilanden van Insulinde; slechts op
ééne plaats verbindt een onderzeesche rug van minder
diepte de genoemde eilanden met den langen boog der
Palau- en Carolinen eilanden. Deze noordoostrand
eindigt aan de Aziatische zijde in het eiland Formosa,
dat door de ondiepe Fukian straat niet wezenlijk van
China is gescheiden; aan de Australische zijde eindigt hij
in Nieuw-Guinea, het grootste eiland der aarde, dat
door de zeer ondiepe Torres straat en de eveneens
ondiepe Harafoera zee zoo weinig van het aangren-
zende vastland is gescheiden, dat men het als een deel
er van kan beschouwen.
Strikt genomen behooren dus al de eilanden tusschen
het zuidoosten van Azië en het noordwesten van Australië
tot Insulinde; echter zullen we de kusteilanden der beide
werelddeelen, b. v. Hainan, voor de kust van China,
en Melville, voor die van Australië, er niet toe rekenen....”
|
|
3 |
 |
“...5
Ook Formosa sluiten, we buiten , terwijl Nieuw-Guinea,
als Nederlandsche kolonie, beknopt zal worden behandeld.
Insulinde ligt zoowel op het Noordelijk als op het Zui-
delijk Halfrond. De Formosa straat, ten zuiden van
het gelijknamige eiland, ligt op 22° N. B., ons eiland
Rotti en de zuidoosthoek van Nieuw-Guinea reiken tot
11° Z. B. De westrand der Andamanen ligt op 93°, de
zuidoostpunt van Nieuw-Guinea op 151° O. L. (van Green-
wich).
Verreweg het grootste gedeelte dezer eilandenwereld
werd door de Europeanen van uit het westen ontdekt;
het noorden echter, n.1. de groep der Philipp ij-
nen en aangrenzende eilanden, van uit het oosten. Dit
is de oorzaak van het verschil in .tijdrekening in
die twee deelen. Door de aswenteling der aarde van het
westen naar het oosten komt men, de aarde naar het
westen rondgaande, eenen dag vooruit, andersom evenveel
achteruit. Nu brachten Magelhaan en de overige van
het westen komende Spaansche ontdekkers hunnen datum
tot op de Philippijnen, terwijl...”
|
|
4 |
 |
“...zuiden helpt afsluiten,
7. Savoe zee zullen noemen. Behalve door de ge-
noemde eilanden wordt ze aan den Oceaankant begrensd
door Soemba en Timor. Met de zee ten oosten van
laatstgenoemd eiland heet ze op onze kaarten Timor zee.
De Gazelle vond in het noordoosten eene grootste diepte
van meer dan 3750 M. De temperatuur is beneden 800
vademen constant 3.3° C., zoodat op die hoogte de laag-
ste drempel naar den Indischen Oceaan moet liggen.
8. de Harafoera zee, de ondiepe wateren tusschen
Nïeuw-Guinea en Australië, oostwaarts tot de ondiepe
Torres straat. Alleen het westelijk deel, langs de
Zuidooster- en Zuidwester eilanden en Timor is dieper
dan 200 M.; ten oosten van laatstgenoemd eiland ligt zelfs
een klein zeebekken, dat tot 3100 M:. diep is.
9. de Java zee, ten zuiden door Java, ten westen
door Sumatra, ten noorden door Bangka, Blitong
en Borneo begrensd. Tusschen de vier laatstgenoemde
eilanden voeren de Bangka straat, de Gaspar straten
en de Karimata straat naar het ondiepe zuidelijk...”
|
|
5 |
 |
“...11
De Zuidelijke aequatoriale stroom brengt eenen
belangrijken arm in de nabijheid van Nieuw-Guinea; zoo-
wel langs de noord- als langs de zuidkust van dit eiland
gaat het warme water verder westwaarts; de zuidelijke
vertakking komt door de Torres straat in de Harafoera
zee, althans in den zuidoostmoeson (§7). Tusschen deze
twee aequatoriale stroomen gaat de Aequatoriale tegen-
stroom naar het oosten; deze ontstaat aan den oostrand
van Insulinde en is vooral ten noorden van Nieuw-Guinea,
tot 160° O. L. zeer krachtig ontwikkeld. Aan den oost-
rand van Azië ontstaat in de Ochotskische zee een
koude stroom, welke door de Japansche zee en de
Oost Chineesche zee naar het zuiden dringt endoor
de Fukian straat, tusschen de oostkust van China en
Formosa, soms tot in de Zuid-Chineesche zee doordringt;
laatstgenoemd eiland wordt dan dus aan de westkust door
eenen kouden, aan de oostkust door eenen warmen stroom
bespoeld.
In den Indischen Oceaan zijn deaequatorialestroo-
men minder regelmatig ontwikkeld...”
|
|
6 |
 |
“...Celebes en de omliggende eilanden, b. v.
de Sangi en de Soela eilandenj door de bank,
waarop de laatste liggen, is deze groep verbonden met
4. de groep der Molnkken, bestaande uit een noor-
delijk deel — ten oosten der Moluksche zee, oostwaarts
tot straat Djilolo, tusschen Halmaheira en de Papoesche
eilanden — en een zuidelijk deel — n.1. de eilanden in
en om de oostelijke helft der Banda zee, oostwaarts tot
en met de Kei eilanden.
5. de Papoesche groep, omvattende, behalve het
hoofdeiland Nieuw-Guinea of Papoea, en de Papoe-...”
|
|
7 |
 |
“...ruggen
als stralen naar onderscheidene richtingen gaan — b. v.
Borneo (het alluvium tusschen de ruggen weggedacht),
Celebes en Halmaheira. De eerste vorm heerscht dus
aan de randen, de tweede in het centrum, waar
van het westen naar het oosten het genoemde type op
telkens kleiner schaal op merkwaardige wijze terugkeert.
Al de eilanden samen, met uitzondering van Nieuw-
Guinea, hebben eene oppervlakte van ± 38000 □
mijlen. Nieuw-Guinea alleen beslaat 14300 □ mijlen
en is, het nog gebrekkig bekende Groenland en het nog
bijna geheel onbekende Antarctische Gebied niet meege-
rekend, het grootste eiland der aarde. Op Nieuw-
Guinea volgt Borneo, dat 22 maal de oppervlakte van
ons land heeft en waarin het Britsche Rijk in Europa
gemakkelijk plaats vindt, zonder eene enkele kust te
raken. De geheele Austraalaziatische Middelzee is ±
150000 □ mijlen, zoodat in Insulinde de verhouding van
land en water — als 1 : bijna 3 — van die der geheele
aarde — als 1 : 2.76 — niet veel verschilt. Deze ge
lukkige...”
|
|
8 |
 |
“...39
het groote woestijngebied yan Centraal-Australië onmogelijk
waterdamp meebrengen, en de kleine Harafoera zee is niet
in staat, dit te wijzigen. Eerst verder noord- en westwaarts
is de passaat in staat, althans tegen gebergten water te
leveren. Passaatregens van den zuidoostpassaafhebben
namelijk: de zuidelijke helft van Nieuw-Guinea,
de zuidkusten en zuidhellingen van Ceram en
Boeroe, de Banda eilanden, Ambon en de Oe-
liassers en geheel Zuidoost-Celebes; op Nieuw-
Guinea, Ceram, Boeroe en Zuid-Celebes zien we, als
op de Philippijnen, de gebergten waterscheidend optreden
tusschen den passaat uit het oosten en den moeson uit
het westen. De Zuidwestereilanden hebben eenen
zoogenaamden „kleinen regenmoeson" in Mei. Op
de Aroe eilanden valt bijna alleen regen in de tijden
van overgang tusschen den passaat en den moeson. De
Riouw Lingga archipel en Batjan hebben twee
regentijden, den groot en van den noordwestmoeson, en
dan in Juli en Augustus nog eenen kleinen. Op Java is
het verschil tusschen...”
|
|
9 |
 |
“...465 218 144 204 112 199 131 236 479
Juni 183 173 324 79 207 340 162 245 176 213 649
Juli 125 167 271 121 252 195 68 110 104 151 536
Aug. 267 169 406 177 103 160 33 76 36 177 424
Sept. 219 185 490 227 137 199 27 72 38 137 212
Oct. 284 297 561 219 159 280 30 161 116 236 129
Nov. 388 281 447 270 228 351 115 295 215 310 150
Dec. 290 383 482 370 259 314 239 380 858 332 170
Gem. 251 258 387 223 206 290 136 246 329 247 299
Hoewel de bergen van Insulinde — tenzij misschien
in het binnenland van Nieuw-Guinea — nergens de sneeuw-
grens bereiken, heeft men op sommige der hoogste pla-
teaux en toppen wel eens rijp en ijs waargenomen.
Wat het aardmagnetisme betreft, moet hier gewe-
zen worden op de onderzoekingen van Yan Rijckevor-
sel, die in 1876 van 110 plaatsen in Insulinde de drie
magnetische elementen — declinatie, inclinatie en
intensiteit —bepaalde. De declinatie of miswijzing
van het kompas is in Insulinde gering. Even bezuiden
Java is ze nul; daar wijst dus de naald juist naar het...”
|
|
10 |
 |
“...verdeelt dit in tien Ge-
bieden; een van deze omvat behalve Insulinde nog Tenas-
serim en Malakka, het zuiden van Birma, dén noordrand
van Australië en de eilandengroepen ten zuidoosten van
Nieuw-Guinea tot en met de Eidzji-eilanden. Dit Malei-
sche Gebied verdeelt Engler als volgt:
a. de “Westelijke Provincie, omvattende
1. dePegoezone, n.1. Pegoe benevens de Anda-
manen en de Nikobaren;
2. de Indo-Maleische zone, n.1. Tenasserimen
Malakka, Sumatra, Java en Borneo.
b, de Provincie der Philippijnen.
e. de Austro-Maleische Provincie, n.1. Celebes,
Nieuw-Guinea, Noord-Australië, de Nieuwe Hebriden
en de Eidzji-eilanden.
De verdeeling der plantensoorten is in het Maleische
gebied zeer ongelijk. De meeste vertoonen het maximum
van ontwikkeling op Java, Sumatra, Borneo en Malakka,
terwijl Celebes, Nieuw-Guinea, Tropisch-Australië en de
Philippijnen tot de armere floragebieden behooren. Met
Yoor- en Achter-Indië vertoont dit gebied groote verwant-
schap, zooals Grisebach’s indeeling ons trouwens reeds...”
|
|
11 |
 |
“...59
eilanden, wel vertegenwoordigd. De eiken, op Sumatra
en Java bijna tot aan den oever der zee afdalende en op
Borneo nog veelvuldig voorkomende, beginnen echter op
Celebes reeds zeldzaam te worden, in de Molukken nog
meer, om op Meuw-Gninea en in Tropisch-Australië ge-
heel te verdwijnen; echter hebben ze zich wel noordwaarts
naar Japan verspreid. De araucariën gaan niet verder
westwaarts dan het Arfak gebergte op Meuw-Guinea.
Sumatra heeft, evenals Java, enkele geslachten alleen met
Malakka gemeen, maar vertoont aan den anderen kant weder
meer overeenstemming met Borneo, waarmede het zeer vele
soorten gemeen heeft. Verschillende familiën, welke ten
oosten van Borneo slechts zwak zijn vertegenwoordigd,
komen ook op de Philippijnen en in Zuid-China, voor
zoover we van deze streken de flora kennen, slechts
spaarzaam voor. De vulkanen van Java dragen vele plan-
ten , welke we eerst in Engelsch-Indië en in den Himalaja
terugvinden; ze bezitten echter alle kleine zaden, meestal
met kleine...”
|
|
12 |
 |
“...de Natuurlijke Historie van In-
sulinde, verdienen nog vermelding: de Duitschers
Bernstein en baron von Rosenberg, die beiden het
Museum te Leiden met belangrijke verzamelingen ver-
rijkten; den Amerikaan Bickmore, wiens hoofddoel
was, de schelpen van Ambon, in Rumphius’ Rari-
teitkamer (1705) beschreven, weer te verzamelen; den
Engelschman Forbes, wiens onderzoekingen eene
aanvulling zijn van die van Wallace; de Italianen
Doria, Beccari en d’Albertis, wier onderzoekings-
terrein vooral Nieuw-Guinea en aangrenzende eilanden
was, terwijl Beccari tevens Midden-Sumatra bezocht.
Met de voornaamste resultaten van de reizen dezer
wetenschappelijke onderzoekers zullen we bij de eilanden
en eilandengroepen kennis maken.
e. DE BEVOLKING.
Insulinde, met de ruime grenzen, zooals wij die hebben
getrokken (§ 1), wordt door 35 millioen men-
schen bewoond. Daaronder zijn ± 1 millioen, welke
in de laatste eeuwen van verschillende zijden dit gebied
zijn binnengedrongen en er nu eenen overwegenden in-
vloed...”
|
|
13 |
 |
“...van den
geheelen archipel en heeft dezen rang tot dusverre be-
houden. Het belangrijkste geschenk, dat de Hindoes den
Maleiers gebracht hebben, is de rijst en de rijstbouw.
2. De Papoea’s wonen in het oostelijk deel van In-
sulinde ; de grenzen met de Maleiers zijn niet nauwkeurig
te trekken. Ongetwijfeld is de bevolking van de geheele
vijfde groep (§ 4), dus die van Nieuw-Guinea en de
Papoesche eilanden zuiver Papoesch, en verder westwaarts
vindt men Papoesche elementen op de Zuidooster- en Zuid-
wester eilanden, Timor, Flores en Soemba. Oostwaarts wonen
ze op de eilandengroepen, welke in het verlengde van
Nieuw-Guinea Australië als in eenen boog omgeven, be-
nevens op de Fidzji eilanden, waar ze echter reeds sterk
met Polynesiërs zijn vermengd. Hun geheele gebied heet
naar hunne donkerbruine huidkleur Melanesië (melan
— zwart). Of de Aëtas of Itas (Mal. = zwarten),
ook wel, met het verkleinwoord van neger, Negrito’s...”
|
|
14 |
 |
“...op tegen wilde varkens omheinde akkers. Aan
gegiste dranken gaan ze zich zoo goed als nooit te buiten.
Geregelde staten vormen ze nergens. Met den islam be-
ginnen de westelijkst wonenden in onzen tijd bekend te
worden; belijders heeft deze godsdienst echter onder hen
nog zoo goed als niet. Aan vreemde invloeden hebben
ze nooit veel bloot gestaan. De Hindoe-beschaving hebben
ze niet leeren kennen; in het zuidoosten zijn ze echter in
aanraking gekomen met de Polynesiërs, in het zuiden van
Nieuw-Guinea over de Torresstraat met de minder ont-
wikkelde Australiërs en in het westen met de Maleiers van
Insulinde.
i 14. Yan de kolonisten, die zich in het gebied der Ma-
oionistenlejer8? n0g bijna niet in dat der Papoea’s, hebben geves-
tdinde. ^gd, noemen we in de eerste plaats die, welke uit Oost-
en Zuid-Azië gekomen zijn en bij het Gouvernement te
zamen Yreemde Oosterlingen heeten.
Uit Oost-Azië kwamen de Chineezen. Binnen het
gebied van ons Indië wonen ze ten getale van ruim 380,000
en in de...”
|
|
15 |
 |
“...onvolledig en vertoonen allerhande wan-
verhoudingen, doordat lucht- en zeestroomen nu en dan
enkele levensvatbare individuen of zaden van de omrin-
gende vastlanden aanvoerden. Ze liggen in de bekkens
der oceanen en zijn dus door eene diepe zee omgeven.
De hooge zijn vulkanisch, de lage koraalvormingen. Voor-
beelden: St. Helena (vulkanisch), de Keelings ei-
landen (koraalvormingen).
Passen we deze indeeling op Insulinde toe, dan moeten
Java, Sumatra, Borneo en de Philippijnen in
het westen en Nieuw-Guinea met de omliggende
eilanden in het oosten jonge continentale eilanden
genoemd worden; van deze zijn de Philippijnen als eilan-
den stellig de oudste. Celebes daarentegen is hoogst-
waarschijnlijk oud continentaal, terwijl de Moluk-
ken en de groep van Timor, in het westen ook de
Andamanen en de Nikobaren in vele opzichten
oceanisch zijn. In verband hiermede en met de ligging
behandelen we achtereenvolgens:
A. Aziatisch Insulinde, bestaande uit:
I. Java, Sumatra en Borneo met de omlig-
gende eilanden;...”
|
|
16 |
 |
“...78
E. Australisch -Instil inde, n.1. Nieuw-Guinea
met de Papoesche eilanden en de Aroe
eilanden.
A. AZIATISCH INSULINDE.
§ 16. Van Aziatisch Insulinde heeft Wallace alleen de An-
Verhouding damanen en Nikobaren bij het Indo-Chineesche
tot ..gebied gevoegd, terwijl al het overige het Indo-Ma-
rl6t VQ/StlCLYlQ, f
de fauna, leische gebied heet; hiértoe behoort bovendien het
schiereiland Malakka. Op de eerstgenoemde eilandengroep
vindt men als eenige zoogdieren alleen ratten en muizen
en een varken, welke er waarschijnlijk alle door den
mensch gebracht zijn. Van de meer dan 150 bekende
vogelsoorten komen er 17, alle landvogels, hier alleen
voor, terwijl de geslachten, waartoe ze behooren, op het
aangrenzende vastland aanwezig zijn. Dit laatste geldt
evenzeer van de reptielen. De zoetwatervisschen gelijken
op die van het aangrenzende Birma. Uit de afwezigheid
van bijna alle zoogdieren mag men opmaken, dat deze
eilanden hunne tegenwoordige fauna waarschijnlijk niet
aan eene vroegere vereeniging...”
|
|
17 |
 |
“...EILANDEN.
a. JAVA MET DE OMLIGGENDE EILANDEN.
I. Beschrijving van Java.
het
Java, vroegër Java-dwipa (waarschijnlijk = gierst-
eiland, naar de bekende, in Indië inheemsche graansoort)
geheeten, is ongetwijfeld het belangrijkste eiland
van Insnlinde en zelfs van de geheele aarde.
Hoewel slechts 4maal zoo groot als ons land (2314
□ M.), voedt het eene bevolking van meer dan 20
millioen zielen; vooral in dit opzicht kunnen de groot-
ste eilanden der aarde zich op verre na niet met Java
meten (Nieuw-Guinea V2 millioen, Bornèo 3 milli-
oen, Madagaskar 272 millioen, Sumatra 3 millioen).
De beide Spaansche eilanden Cuba en Luzon, respec-
tievelijk 2160 en 2000 □ M. groot, zijn dus weinig klei-
ner dan Java, maar het eerste telt slechts l1/, millioen,
het tweede waarschijnlijk nog geen 3 millioen bewoners. In
Insulinde is het overwicht van Java reeds van eeuwen her •
op oude kaarten en in oude berichten vindt men nu eens
Sumatra, dan eens Borneo of Ball als Java minor (—
klein-Java) aangeduid; in den...”
|
|
18 |
 |
“...reisbeschrijvingen van Euro-
peanen -wel eens Java Minor (zie p. 83) genoemd,
strekt zich zuidoost- noordwest aan heide zijden van den
aequator uit. Het ligt n.1. tusschen5%° N.B. en6°Z.B.,
zoodat de linie het dus vrij wel in twee gelijke helften
verdeelt. De grootste lengte is ruim 300, de breedte
verschilt van 25 tot 70 uren gaans. Het heeft eene op-
pervlakte van ruim 8000 □ m. of 13V8 X Nederland en
is dus het tweede der Groote Soenda eilanden en het
vierde eiland der geheele aarde; alleen Nieuw-
Guinea, Borneo en Madagaskar zijn grooter.
Evenals Java ligt Sumatra aan den rand van het oce-
anische bekken van den Indischen Oceaan; echter ligt er
vóór en evenwijdig met de kust nog eene eilandenreeks,
welke geologisch één geheel vormt met het bergland van
Sumatra. De vrij diepe Soenda Straat en hare vulkanische
dwarsspleet kennen we reeds. Langs de noordzijde van
het eiland voert een breede en zeer diepe toegangsweg
tusschen Poeloe Bras en de Nikobaren naar het
bekken der Andamansche zee (zie p...”
|
|
19 |
 |
“...327
noods, Atjeh aanvallen. De afstand van onze koloniën
op de kust van Guinea, bij een afzonderlijk verdrag, was
slechts zijdelings bij deze zaak betrokken.
Toen zag Atjeh terecht gevaar en zocht te Singapore
hulp bij de consuls van de Yereenigde Staten en
Italië, ook bij Frankrijk en Turkije. De gouvemeur-
generaal Loudon vreesde, hoewel ten onrechte, voorde
twee eerstgenoemde mogendheden en, na goedkeuring van
den minister van koloniën, Fransen van de Putte, ging
de regeeringscommissaris Nieuwenhuizen den sultan ophel-
deringen vragen over het gebeurde te Singapore. Na allerlei
ontwijkende antwoorden volgde op 21 Maart 1873 de
oorlogsverklaring.
De oorlog met Atjeh begon in genoemd jaar met
eene expeditie onder generaal Köhler, die bij den ver-
overden missigit sneuvelde; de kraton werd bereikt, zonder
dat men het merkte en daardoor niet genomen. Nog in
hetzelfde jaar volgde eene tweede expeditie onder Yan
S wie ten en Yerspijck. De kraton werd omgetrokken
om hem Van de rest van het...”
|
|
20 |
 |
“...OMLIGGENDE EILANDEN.
I. Beschrijving van het eiland.
§ 65. Naar het in het noordwesten gelegen rijk Broenei of
Algemeen goerne}1) dat reeds in het begin der 16de eeuw door
bome van het de Portugeezen werd bezocht, waardoor de naam door de
eiland. Europeanen langzamerhand op het geheel werd overge-
dragen, heet dit eiland Borneo. Het strekt zich van
ruim 4° Z. B. tot ruim 7° N. B. uit; de aequator verdeelt
het vrij wel in twee gelijke deelen. De grootte bedraagt
bijna 13000 □ mijlen-; naast Nieuw-Guinea (14260 □ mij-
len) is Borneo in grootte het tweede eiland der aarde;
bijna 9400 C m. er van of ± % deel behoort aan Ne-
derland.
De hoofdstrekking is van het zuidwesten naar het noord-...”
|
|