| 1 |
 |
“...mm
IX
de veeplantages en verhooging van die op
alle hypotheken en obligatien met l/2 peteent. Bladz. 199.
N°. 66. Kegelende de prijzen van het vleeseh . . » 201.
1833.
” 67. Waarbij ten behoeve der armenkas een regt op
den uitvoer van yams en tras wordt geheven. » 202.
" 68. Waarbij de zegel-ordonnantie van 1819 inge-
trokken en die van 1824 op nieuw gepubli-
ceerd wordt.................................... . “ » 204.
” 69. Houdende invoering van het reglement op
de manumissie van slaven in de Neder-
landsche West-Indische bezittingen .' . . ' >, 218.
n 70. Regelende de volgens art. 15, §1, van het
reglement op de manumissie, bij het ver-
zoeken van brieven van manumissie in de
generale geldkamer te storten som, alsmede
den vorm van den te stellen personelen
borgtogt .... PP . ... . . „ 233.
» 71. Houdende ampliatie op art. 68 van de pu-
blicatie betrekkelijk het heffen der belasting
op de erfvolgingen, dd. l/n Junij 1830 (Oou-
vernementsblad n°. 9) . . . . . u 237.
ii 72. Houdende invoering...”
|
|
| 2 |
 |
“...zwaarte
elk van niet meer dan 100 ponden..................
12 zakken koren, erwten of andere granen . . .
10 balen koffij, ter zwaarte elk van niet meer dan
100 pond . ..............*.............f *
500 duigen ...................................
20 schokken. . ^.........................
20 bossen Boston shingels . . . .............
1200 cypres dito . * •, • • • ................
500 voeten hout (white pine) ......••
400 voeten dito (pitch pine) . . .............
500 hoepels ...........
800 pond yams (niet ingepakt)............... • ,
elk okshoofd van 800 tot 1200 ponden. ....
elk puncheon ,of pijp van 100 tot 130 gallons . •
elke spar of mast van 50 tot 100 voet lang , •
dito kleinder in proportie;
elk okshoofd van 1200 tot 1800 pond .....
elk dito boven 1800 pond • • • ...............
elk paard, horenbeest of muilezel.............
elke zes schapen . . . . .....................
elke lading ballast.................. * ■ *.. •
elke vracht van de hierboven gementioneerde goe-
deren van boord...”
|
|
| 3 |
 |
“...50
1826. N«. 36.
Tweede afdeeling.
Het wekelijksch rantsoen voor lederen slaaf of iedere slavin, tot
eene plantage behoorende en boven de zes jaren oud, zal zyn
als volgt:
twintig pond yarns en drie haringen, of eene evenredigheid
van eenigen anderen zoute-visch bij gebrek van haring; indien geen
soort van visch verkrijgbaar is, alsdan vijf en twintig pond yams ;
ofwel een galon maïs-meel of maïs en drie haringen, en ingeval
men geen visch kan bekomen, alsdan ée'n en één vierde galon maïs-
meel of maïs, hetwelk wekelijks of twee malen ’s weeks, naar
verkiezing van den eigenaar, directeur of factoor, zoo als zich zulks
bevinden moge, zal moeten worden uitgedeeld.
Kinderen zes jaren oud of daaronder zullen de helft van voren-
staand rantsoen genieten.
En zal dit rantsoen niet worden beschouwd als eemge gemeen-
zaamheid te hebben met eenig gedeelte der voortbrengselen van de
landerijen, gewoonlijk aan slaven te hunner eigene bebouwing toe-
gestaan, en algemeen bekend onder den naam van ne...”
|
|
| 4 |
 |
“...tot nu toe geene poenaliteiten zijn bepaald
op het frauderen dezer regten of ter sluik uitvoeren van deze voor-
werpen ;
En daarin de noodige voorziening willende daarstellen,
Zoo is het, dat Wij hebben goedgevonden te besluiten, zoo als
Wij besloten hebben by deze:
1°. dat voor ieder vat trasspecie aan de kerke- of armenkas zal
worden betaald zeventien centen en zeven centen voor ieder hon-
derd ponden yams, waarvoor de quitantie aan den ontvanger,
belast met het in- en uitklaren der vaartuigen, zal worden voor-
gelegd, alvorens door dezen ambtenaar eenige uitklaring aan eenïg
vaartuig, yams of tras aan boord hebbende, zal worden uitgereikt;
l...”
|
|
| 5 |
 |
“...1832. N°. 67.
203
2°. dat schippers of gezagvoerders, yams of tras aan boord
hunner vaartuigen willende inladen, zich vooraf zullen hebben te
voorzien van een schriftelijk permit, met vermelding der hoeveel-
heid, welke zij verlangen in te schepen, welk permit, gratis door
den armmeester te verleenen, aan den eersten wethouder ter visie
zal worden voorgelegd, opdat zoodanige maatregelen mogen geno-
men worden als welgemelde wethouder noodig zal oordeelen om
het frauderen der kerke- of armenkas zooveel mogelijk tegen te gaan;
3°. dat de schipper of gezagvoerder van eenig vaartuig, meer
dan 500 pond yams (welke hoeveelheid voor scheepsgebruik op
eene reis voldoende worden geoordeeld), of eenig tras, hoe gering
ook, zonder van een permit voorzien te zijn geweest, aan boord
hebbende, zal verbeuren eene geldboete van vijf en twintig gulden,
en behalve de aan boord bevondene yams, welke voor de armen
voor verbeurd zullen worden gehouden, of, onverminderd de regten
op de aan boord bevondene tras...”
|
|