Your search within this document for 'wer' resulted in three matching pages.
1

“...huisheerén, eigenaren of directeuren van plantages ten deze op nieuw te waarschuwen, van geene bijeenkomsten van slaven, hoe ook genaamd, in derzelver huizen ,■ kralen of op dérzelve plantages en landerijen zonder zulke permissie te dulden, op poene van de daarbij verhoogde boete van vijftig pezos van achten. En voorts bij ampliatie te statueren, zoo als gestatueerd wordt by deze: 1°. dat alle eigenaren of directeuren van plantages gehouden zullen zijn om van derzelver slaven, nadat zij des avonds met wer- ken zullen hebben opgehouden, de kapmessen of sabels, welke zij tot het afkappen van suikerriet of anderzins gebruiken, iederen dag af te nemen, en in zekere bewaring te stellen, zullende het aan de wachters alleen vergund blijven om gedurende den tijd dat zij de wacht werkelijk houden, en niet langer, hunne sabels te behouden, maar op geenerlei wijze worden toegestaan, dat zij op eenige andére plaatsen buiten hunne respective plantages, op de publieke wegen of in het dorp, met dezelve verschijnen...”
2

“...gemanumitteerde (wanneer die, naar aanleiding van hetgeen om- trent de huwelijken in het reglement op de behandeling der slaven is bepaald, zou kunnen geacht worden bekend te zjjn) geregtigd is tot de voogdij over deszelfs gemanumitteerd minderjarig kind, wanneer namelijk die vader zelf een vrij persoon is en door de wet tot het voeren van voogdij niet is uitgesloten, zalblyven op- geschort tot tijd en wyle, dat het in voornoemd 27ste artikel bedoeld reglement op de behandeling der slaven zal ijn in wer- king gebragt. Art. 3. Te bepalen, dat bovenstaand reglement in werking komen zal te Suriname op den lsten April 1832, en in de Nederlandsche West-Indische eilanden respectivelyk op den dag, waarop dat regle- ment in elk derzelve op de gebruikelijke wijze zal worden gepu- bliceerd en afgekondigd. En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze op de gebruikelijke wyze worden gepubliceerd en in het Gouvernementsblad geïnsereerd. Aldus gearresteerd alhier aan Paramaribo, den 23sten...”
3

“...284 1838. No. 87 en 88. Art. 20. Deze wet is in allen deele toepasselijk op zoodanige gedingen, welke, ter zake van weggeloopen slaven, bij het uitvaardigen van dezelve bij de regterlijke collegien op de eilanden St. Eustatius en Saba mogten aanhangig zijn. A_rt. 21. Alle vroegere verordeningen en bepalingen, welke strijdig tegen deze wet mogten zjjn, worden bij deze afgeschaft en buiten wer- king gesteld. En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd en geaffigeerd. • ^^gearresteerd te St. Eustatius, den 25sten Januarij 1838, in net 25ste jaar van Zijner Majesteits regering, (Gei.) Joh. de Veee. Ter ordonnantie van Zijn Hoog Ed. Gestr. De Koloniale Secretaris, (get.) P. D. J. M. Spibo. Gepubliceerd, den 31sten Januarij 1838, in het Boven-Dorp en op de Baai. r De Koloniale Secretaris, (get.) P. D. J. M. Spibo. No. 88. WET van den 25/31 Januarij 1838, houdende bepalingen omtrent de invordering der losten in criminele procedures...”