1 |
|
“...tot twaalf ure, wanneer hun twee uren zullen worden ver-
gund voor hunnen middag- of etenstijd; ten twee ure zullen zij
weder in het veld zijn om te arbeiden tot zons-ondergang, doch
niet langer.
Deze bepaling zal geene inbreuk maken op het grashalen, het-
welk desniettegenstaande zal moeten plaats grijpen en uiterlijk
een uur na zons-ondergang zal moeten zijn volbragt.
Art. 2. Gedurende den %ogst zal het vrijstaan de slaven te
verpligten, één uur na zons-ondergang door te werken, en één
uur \tan hunnen middag- of etenstijd in te korten, of wanneer men
hen hunnen vollen middag- of etenstijd laat genieten, hen twee uren
na zons-ondergang aan het werk te houden; doch zal iedere slaaf,
zoodanig gebezigd, voor zulken buitengewonen arbeyi beregtigd
zijn tot een vierde deel verhooging van deszelfs gewoon rantsoen,
zoo als zulks van stuk tot stuk bij deze keuren is bepaald.
Van vorenstaande regelen zijn uitgesloten de molengasten, sui-
kerkokers en vuurstokers, welke men mag bezig houden naar...”
|
|
2 |
|
“...gebruikelijke wijze worden gepubliceerd en in het
Gouvemementsblad geïnsereerd.
Aldus gearresteerd in de raadsvergadering, gehouden alhier
aan Paramaribo, den 27sten Maart 1832 , het negentiende jaar van
Zijner Majesteits regering.
\Get.) E. L. vax Heeckerex.
Ter ordonnantie van den Gouvemeur-
Generaal ad interim in Rade,
De Algemeene Secretaris,
(get.) G. A. vak dek Mee.
Gepubliceerd en geaffigeerd den 30sten Maart daaraanvolgende.
De Algemeene Secretaris,
(get.) G. A. van der Mee.
Formulier Tan den te stellen borgtogt.
Op heden den . . , . . '. . . •, compareerden vöor
mij ...... en na te noemen getuigen . . . (in te
vullen de namen der borgen) . . . ., wonende te . . . . »,
ingeschreven in het burgerregister der kolonie. . . . . . .,
volgens de daarvan aan mij .... vertoonde bewijzen, afge-
geven in dd. ... . onder N'. . . ., zijnde de comparanten
aan mij . . . bekend....”
|
|