| 1 |
 |
“...ook aldaar verpligt zijn zorg te dra-
gen dat zij behoorlijk worden behandeld.
Vierde afdeeling.
Ieder slaaf zal jaarlijks van kleederen worden voorzien als volgt:
twee lange broeken en een hemd van Osnabrugsch of ander grof
linnen, voor het mannelijk geslacht;
twee rokken en een jak van Osnabrugsch of ander grot linnen,
als reeds voormeld, voor het vrouwelijk geslacht;
en bovendien in de maand November een wollen of ander
warm buis voor iederen volwassen man of jongen, en een jak
van dezelfde stof voor iedere volwassene vrouw of meisje, bene-
vens eene wollen muts of eenen hoed voor iederen slaaf, zonder
onderscheid.
Vijfde afdeeling.
Het zal voortaan aan geenen eigenaar, directeur of‘factoor, of
anderen, het toevoorzigt of het beheer over slaven hebbende, ver-
oorloofd zijn aan eenigèn slaaf of slaven grootere lijfstraf uit te...”
|
|
