1 |
 |
“...
niet door alle ingezetenen zijn ingeleverd geworden, en zij door
deze nalating vervallen zouden zijn in eene boete, gelijkstaande
aan het bedrag der belasting; en in aanmerking nemende dat
deze overtreding van het reglement meer aan onwetenheid dan aan
moedwilligheid is toe te séhrijven, alzoo het binnen deze kolonie
tot hiertoe gebruikelijk is geweest dezelve later in te leveren, hebben
goedgevonden te besluiten, zoo als besloten wordt bij deze:
1°. om de ingezetenen dezer kolonie voor deze reis te ver-
schoonen van de boete, waarin dezelve zijn vervallen;
2°. te bepalen dat de hoofd- en familielijsten ter gewone
plaatsen zullen worden ingeleverd, tot en met den lOden der
aanstaande maand April, op poene als bij het voorz. reglement be-
paald; moetende op de lijsten worden gebragt de ouderdom
der blanken, vrije personen en slaven, en in de kolom van aan-
merkingen worden aangeteekend de kinderen, welke sedert de
laatste "opgave zijn geboren, en die slaven welke zjjn aangekocht
en van...”
|
|
2 |
 |
“...schriftelijk permit, met vermelding der hoeveel-
heid, welke zij verlangen in te schepen, welk permit, gratis door
den armmeester te verleenen, aan den eersten wethouder ter visie
zal worden voorgelegd, opdat zoodanige maatregelen mogen geno-
men worden als welgemelde wethouder noodig zal oordeelen om
het frauderen der kerke- of armenkas zooveel mogelijk tegen te gaan;
3°. dat de schipper of gezagvoerder van eenig vaartuig, meer
dan 500 pond yams (welke hoeveelheid voor scheepsgebruik op
eene reis voldoende worden geoordeeld), of eenig tras, hoe gering
ook, zonder van een permit voorzien te zijn geweest, aan boord
hebbende, zal verbeuren eene geldboete van vijf en twintig gulden,
en behalve de aan boord bevondene yams, welke voor de armen
voor verbeurd zullen worden gehouden, of, onverminderd de regten
op de aan boord bevondene tras, welke in dat geval zullen worden
verdubbeld;
4°. dat wanneer de armmeester of iemand anders, dien het zoude
mogen aangaan of zich het belang der armenkas aantrekt...”
|
|