1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/46/00001/NL-0200050000_UBL10_00078_0273thm.jpg) |
“...zaken ordinario modo zijn beregt geworden, en alzoo op dezelve
zijn toepasselijk gemaakt art. 7 of 17 van het reglement van 10
October 1798, alhier afgekondigd bij de evenvermelde publicatie
van den Gouverneur der kolonie Suriname.
Art. 2.
Wanneer integendeel de zaken zijn beregt geworden naar de
vormen, voorgeschreven bij artt. 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 1
en 16 van genoemd reglement, en mitsdien de publieke aanklager
is geautoriseerd geworden om tegen de beklaagden in extra-
ordinair proces regt te vragen, zal van de in zoodanige zaken
gevallen vonnissen, evenmin als van die, welke luidens art. 4 op
confessie zijn gewezen, eenig appèl, reformatie, of eenigerhande
provocatie worden toegelaten.
Art. 3.
Het is den regterlijken beambten (de griffier, de adjunct-griffier
en gezworen klerken daaronder begrepen) verboden om eemge
acte of exploit, of eenige andere schriftuur op te maken of tebe-
teekenen, de strekking hebbende om van vonnissen, gewezen m
strafzaken, welke anders dan ordinario modo...”
|
|