1 |
 |
“...op poene van
drie pezos van achten indien hij een vrij persoon is, en slaaf
zijnde, te worden gestraft met vier en twintig zweepslagen voor
de Waag.
Art. 7.
De zoodanigen, welke door heeren commissarissen zullen worden
aangenomen als kano- en werklieden, zullen worden voorzien van
een afzonderlijk kenteeken, door heeren commissarissen te worden
bepaald, welk kenteeken zij zullen gehouden zijn ten allen t(jde
wanneer zij in dienst zijn te dragen. Zonder een zoodanig kén-
teeken zal het aan geen neger vrijstaan dienst te nemen, hetzij
als kano- of werkneger; edoch vermag elk eigenaar (des verkie-
zende) zijne goederen door zijne eigene slaven te laten transporteren.
Art. 8.
Alle verschillen, welke ontstaan zullen over het een of ander
der hiervoren beschrevene zaken of gevallen, zullen onderworpen
3...”
|
|