| 1 |
 |
“...134
1830. N°. 52.
reede liggende vaartuigen noch met scherp noch met los kruid
mogen worden geschoten, op verbeurte, ingeval er niet scherp is
geschoten geworden, eener geldboete van duizend gulden voor elk
schot, en ingeval er met los kruid is geschoten, op verbeurte eener
geldboete van twee honderd gulden voor ieder schot, in beide
gevallen door den schipper te Verbeuren; onverminderd zoodanige
andere actie, als welligt bovendien te dezer zake aan het publiek
ministerie zoude mogen competeren.
Wanneer na zons-ondergang een los schot mogt gevallen zijn,
met het oogmerk om alarm te geven,. of de oplettendheid van het
gouvernement op het een of ander, hetwelk tot deszelfs kennis
behoort te worden gebragt, te vestigen, zal de pconaliteit tot de-
zen geheel vervallen.
Art. 20.
Geen schipper zal eenig persoon van dit eiland naar elders mo-
gen vervoeren zonder voorzien te zijn van een behoorlijk pas-
poort, onverschillig of zoodanig persoon een supercargo, een
vreemdeling, een ingezeten of...”
|
|
| 2 |
 |
“...eersten wethouder over te leveren, op-
dat hij of zü voor hunne negligentien publiek mogen worden afge-
straft ; — doch bijaldien zoodanig vee niet in verponding wordt
gezonden, maar de eigenaar der gecultiveerde landerijen genegen
is dezelve terug te geven, zal van het opvatten daarvan zonder
uitstel worden kennis gegeven, en het vee in geen geval in de
veeperken of koralen op de plantages langer dan 24^ uren mogen
worden gehouden, maar, na verloop van dien tijd niet^ afgehaald
wordende, hetzij los worden gelaten en uitgedreven, of in verpon-
ding worden gezonden.
Art. 3.
De wachter of wachters over het te regt opgevat zijnde vee,
zich uit vrees der opgenoemde straf van uit hunne meesters dienst
geabsenteerd hebbende, zal de eigenaren derzelve niettegenstaande
aan het laatst voorgaande artikel moeten voldoen, en dadelijk
na de apprehensie der wachter of wachters dezelven moeten over-
leveren, ten einde te worden afgestraft, en hierin nalatig blijvende,
zal hij vervallen in eene geldboete...”
|
|
| 3 |
 |
“...tras of cement van de eilanden
Cura9ao, St. Eustatius én St. Martin en onderhoorigheden in
Suriname wordt geheel vrijgesteld van alle inkomende regten, mits
die vaartuigen op een der genoemde eilanden zijn te huis behoo-
rende, en beantwoorden aan de voorschriften te dien aanzien in
het volgend 5de artikel bepaald.
Art. 2.
Alle vaartuigen op de eilanden Curasao, St. Eustatius en St.
Martin en onderhoorigheden te huis behoorende worden te Suri-
name gelijkgesteld, voor zooverre de last-, baken-, los-en steiger-
gelden of verdere scheepslasten betreft, met die Surinaamsche
kust- of plantage-vaartuigen, aan welke eene zoogenaamde Dro-
gherspas is afgegeven, in dier voege, dat voor dezelve vaartuigen
te Suriname geene andere lasten zullen verschuldigd zijn dan de
zoodanige, die te Suriname voor de aldaar t’huïs behoorende
kustvaarders worden voldaan, onder gelijke bepaling^ als in het
voorgaand artikel vermeld is, dat dergelijke vaartuigen vallen
onder de termen van art. 5 dezer publicatie....”
|
|
| 4 |
 |
“...van het register.
Art. 15.
Geene uittreksels zullen uit de registers mogen worden afge-
geven, tenzij daarbij worden gevoegd de aanteekeningen, welke
zich op den kant van de acte mogen bevinden.
Art. 16.
De ambtenaar van den burgerlijken stand, deszelfs hulpbe-
ambte en de griffier van de regtbank zijn, elk in het bijzonder,
ieder voor zooveel hem aangaat, aansprakelijk voor het rigtïg
houden en bewaren der registers.
Elke verandering, elke vcrvalsching in de acten, elke inschrij-
ving op een los blad, mitsgaders elke overtreding, door hen tegen
de voorschriften van deze wet begaan, zal aan de belanghebbenden
grond kunnen opleveren om tegen hen te vragen vergoeding van
kosten, schade en intressen, onverminderd de openbare actie,
welke zij deswege mogten hebben geïncurreerd.
Art. 17.
Bij tijdelijke ontstentenis van den ambtenaar van den burger-
lijken stand zullen deszelfs functien worden waargenomen door
zoodanigen anderen beambte als daartoe door den Gezaghebber
zal worden bestemd.
Art...”
|
|