1 |
 |
“...Waarbij den slaven op nieuw verboden
wordt om te spelen en te dobbelen, en
verder bepaald wordt dat zij, na werktijd,
hunne kapmessen en sabels niet mogen dragen. » 28.
» 26. Houdende maatregelen van policie tegen het
stelen van suikerriet enz..............,, 30.
1824.
» 27. Bepalende dat geene transporten of over-
dragten van slaven of onroerende goederen
zullen geschieden dan na alvorens te zijn
geadverteerd..........................■. „ 31,
» 28. Waarbij wordt vastgesteld een reglement
voor de kano- en werknegers................... 31,
» 29. Houdende verbod tegen het kappen van
hout op de bergen . . . .................... 37,
n 30. Houdende reglementaire bepalingen voor
de schutterij en burgerwacht . . . 7 . » 38.
1825.
i) 31. Houdende verbod om gouden munt van
slaven te wisselen . . . . . . . - . . „ 42.
” 32. Bepalende het bedrag, te betalen voor beesten,
in het fort opgebragt . . . ... » 43.
” 33. Houdende verbod tegen het rijden in de
dorpen.................... ■■ » 44,...”
|
|
2 |
 |
“...van Spengler, Kolonel en Kapitein-ter-zee
in dienst van zijne Majesteit den Koning der Nederlanden, Gou-
verneur der eilanden St. Eustatius, St. Martin en Saba, Opper-
bevelhebber van Zijner Majesteifs land- en zeemagt aldaar enz.,
enz., enz., en Raden van Politie van het eerstgemeld eiland.
Aan alle degenen, die deze zullen zien, of hooren lezen, salut 1
doen te weten:
Dat Wij, gerevideerd hebbende de publicatie door Gouverneur
en Raden dato den 13den April 1817 met betrekking tot de
loonen der kano- en werknegers geëmaneerd, hebben goedgevon-...”
|
|
3 |
 |
“...aanvolgende.
(Get.) W. *A. van Spengler.
Ter ordonnantie van denzelve,
(get.) T\ G. Groebe.
REGLEMENT voor de kano- en werknegers op het eiland
St. Eustatius.
Art. 1.
Het zal aan geene kano's vrijstaan, eenige goederen of personen
van boord van de schepen of vaartuigen, ter reede liggende, aan
wal, of wel van den wal aan boord van dezelve schepen of vaar-
tuigen te brengen, dan alleen aan de zoodanige , welker eigenaren
of kapiteins zich binnen drie dagen na de publicatie dezer zullen
aangeven aan de heeren John William Cross en David Deleon,
commissarissen voor de kano’s en werknegers, daartoe benoemd.
Art. 2.
Gemelde heeren commissarissen zullen aan eiken eigenaar of
kapitein van de gemelde kano’s opgeven het bijzonder nommer,
onder hetwelk de kano zal varen, welk nommer de eigenaar of
kapitein zal gehouden zijn, in groote cijferletters ter regter zjjde
van den achtersteven van zijne kano te laten schilderen, en ten
alle tijde duidelijk zigtbaar te ouderhouden, op poene van vjjf
stukken van...”
|
|
4 |
 |
“...1824. N°. 28.
33
doen, zonder alvorens daarvan aan heeren commissarissen kennis
te geven, en zulks telke reize op eene boete van drie pezos van
achten, te verbeuren door den eigenaar of kapitein, die zal be-
vonden worden tegen dit bepaalde gehandeld te hebben.
Art. 4.
Ieder kapitein van eene kano, die zich verbindt om bij den dag
te varen, of wel om eene geheele lading of eenig gedeelte van
dezelve te helpen aan boord van eenig schip of vaartuig te stel-
len, of van boord te brengen, zal zich een bewijs daarvan doen
geven door den persoon ten dienste van wien hij zich heeft ver-
bonden. Zonder een zoodanig bewijs zal geen kapitein van eene kano
vermogen zijne diensten te weigeren, aan wien het zijn zal, die
hem zal oproepen om te varen, en zulks op poene van drie
pezos van achten, indien hij een vrij persoon is, en slaaf zijnde,
te worden gestraft met vier en twintig slagen met een cowskin,
voor de eeerste maal, en voor de tweede maal met vier en twin-
tig zweepslagen.
Art. 5.
Het zal...”
|
|
5 |
 |
“...34
1824. N°. 28.
rijn aan de uitspraak van heeren commissarissen voornoemd.
Blanken en vrjjlieden, die weigeren zullen zich aan derzelver uit-
spraken te onderwerpen, zullen verbeuren eene boete van vijf
pezos van achten, ten profijte der armen; slaven, die weigeren
zullen zich aan deze uitspraak te onderwerpen, zullen op order
van heeren commissarissen worden gestraft als by art. 4 is be-
paald.
Art. 9.
De loonen der kano- en werknegers worden bepaald zoo als bij
de navolgende tariven zyn vermeld.
Tarief voor de kanolieden•
Yoor het van boord halen en aan boord brengen, alsmede voor
het van de wal aan boord brengen van:
5 vaten meel of andere drooge provisien.... Ps.
5 vaten vleesch, spek, haring of makereel . . •
4 vaten suiker of melassie................ * . • .
20 vaatjes boter of reuzel ............... • •
20 kistjes kaarsen, zeep of andere artikelen, ter
zwaarte elk van niet meer dan 50 ponden . . . •
10 kasjes zoutevisch, of andere artikelen, ter zwaarte
elk van niet meer dan 100...”
|
|
6 |
 |
“...niet veroorloofd zijn na zons-ondergang op eenige andere
plaats te landen als tegenover het Waaghuis, zelfs niet aan of
binnen den zoogenaamden Kistdam, zonder speciale permissie van
den kom man derenden officier der wacht in het Benedendorp.
Na zons-ondergang zullen almede geene visschers- of sjouwers-
kano’s het strand mogen verlaten dan na eene bekomene schrif-
telijkc toestemming van den Kommandeur, op poene van confiscatie
van zoodanige sloep of kano.
De kommandant van de wacht in het Benedendorp zal verpligt zijn,
elke sloep of kano, welke zich in gereedheid stelt na zons-ondergang
den wal te verlaten, zulks te beletten, in zooverre zich op dezelve
alhier te huis behoorende slaven mogten bevinden, dezelve aan te
houden en aan hunne respective meesters over te geven.
Behalve de hierboven vermelde straf van confiscatie, zal ook
die in overtreding van dit artikel of in poging daartoe wordt be-
vonden verbeuren eene boete van niet minder dan tien gulden en
niet meer dan honderd gulden...”
|
|
7 |
 |
“...deszelvenjaars,n°. 748/666,
goedgekeurd, zouden hebben achtervolgd, Wij nagelaten hebben
lenige bepaalde straf of geldboete daarbij vast te stellen;
Overwegende, dat, sedert de afkondiging der bedoelde publicatie,
tot twee malen toe slaven van dit eiland zijn gevlugt met sloepen
of kano's, behoorende aan vaartuigen op deze reede ten anker
gekomen;
Overwegende, dat in het êene geval het niet bewezen is, dat
de sloep buiten boord was, en de schipper zich heeft verontschul-
digd met het voorgeven dat de kano door de gevlugte slaven van
binnen boord genomen is geworden; en in het ander geval, dat
de slaaf, welke met dezelve heeft willen vlugten, te'Saba is
beland, aldaar opgevat en aan zijnen eigenaar terugbezorgd is
geworden, waardoor de schipper de straf is ontkomen, welke zijne
nalatigheid verdiende,
Zoo is het, dat Wy, den kolonialen Raad gehoord, in de ver-
gadering van den 14den Julij jl. en 24 dezer,
Hebben goedgevonden en verstaan, zoo als Wij goedgevonden
en verstaan hebben by deze,
Bij wijze...”
|
|
8 |
 |
“...gehouden worden dat
zoodanige boot niet overeenkomstig de wet is ingeheschen of ver-
zorgd geweest, en de eigenaar van het vaartuig of de schipper
alzoo aansprakelijk zal zijn voor de door de eigenaren der slaven
geleden verliezen, buiten en behalve de boeten gesteld op het niet
nakomen der voormelde wet van 9 Mei 1832, ten ware de be-
doelde schipper of gezagvoerder, ten genoegen des regters, zal kunnen
bewijzen, dat aan de bepalingen dezer wet is voldaan, en de ge-
vlugte slaven zich van de kano, boot of sloep hebben meester ge-
maakt in weerwil der krachtdadigste pogingen, welke de schipper
en het scheepsvolk in het werk hebben kunnen stellen om zulks
te beletten;
c. dat het vaartuig aansprakelijk en confiscabel wezen zal voor
alle verliezen en schaden, door de nalatigheid van schippers of
gezagvoerders te weeg gebragt, alsmede voor alle boeten, door hen
geïncurreerd, wanneer de schippers of gezagvoerders daartoe on-
vermogend mogten zijn.
Yan de boeten, hierbij bepaald, zal in de koloniale...”
|
|