1 |
 |
“...116
1829. N». 50. 1830. N°. 51.
Aldus gedaan cn gearresteerd aan Paramaribo, den 27sten Octo-
ber des jaars 1829, van Zijner Majasteits regering het zeventiende.
(Gei.) Cantz’laar.
Ter ordonnantie van den Gouvemeur-Generaal in Rade,
De Algemeene Secretaris,
(get.) G. A. van der Mee.
Gepubliceerd aan Paramaribo, den 31 sten October daaraan volgende.
De Algemeene Secretaris,
(get.) G. A. van der Mee.
1830.
N°. 51.
(Gouvernementsblad n°. 2.)
PUBLICATIE
ter beteugeling en bestraffing van feitelijke gewelddadigheden.
De Gouverneur-Generaal in Rade,
Allen, die deze zullen zien, of hooren lezen, salut! doet te weten :
Nademaal het aan Ons van belang is voorgekomen dat de
verordeningen, bij welke in de Nederlandsche West-Indische be-
zittingen strafbepalingen tegen feitelijke gewelddadigheden als:
vechterijen, slagerijen en verwondingen, zijn daargesteld, door
andere wettelijke beschikkingen, meer overeenkomende^met den
geest des tijds en de begrippen eener gezonde lijfstraffelijke wet-
geving...”
|
|
2 |
 |
“...kunnen
projecteren;
En in aanmerking nemende dat het hoogst noodzakelijk is de
inkomsten van 1832 op eene meer doelmatige wijze te verzekeren,
vermits sommige der bestaande belastingen uit hoofde der veranderde
omstandigheden dezer kolonie ten gevolge der volkomene stagnatie,
die men in den handel alhier ondervindt, aan de verwachting niet
hebben beantwoord;
Dat onder de bedoelde belastingen zich bevinden die op het
vee en op de slagt;
Dat het introduceren der door de wethouders tot ultimo Decem-
ber 1829 genotene emolumenten als leges ten voordeele van de
koloniale kas, als doelmatig geacht moeten worden, naardien
dezelve in geenen deele drukkend zijn;
Dat de hypotheken en notariële obligatie-schulden thans binnen
deze kolonie bijna zonder exceptie gehouden worden door de ge-
goedsten van de ingezetenen, die, buiten en behalve de renten, die
daarvoor è. 6 en 8 percent per annum voortvloeijen, in bijzonder
gunstige omstandigheden verkeeren, zoodat het heffen van een,
in stede van l/2 percent...”
|
|
3 |
 |
“...290
1838. N®. 90.
N«. 90.
PUBLICATIE.
IN NAAM DES KONINGS.
De Gezaghebber der kolonie St. Eustatius en Saba,
Allen, die deze zullen zien, of hooren lezen, salut! doet te 'weten:
Bij Ons ontvangen zijnde van het Gouvernement-Generaal der
Nederlandsche West-Indische bezittingen de wet van den 25sten
April 1838, houdende wijzigingen der reglementaire bepalingen
omtrent den in- en uitvoer van slaven in de Nederlandsche West-
Indische bezittingen, vervat in de publicatie van den 26/29gten Octo-
ber 1830 (alhier afgekondigd den llden November daaraanvolgende),
Zoo hebben Wij goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goed-
vinden en verstaan by deze, aan de voorzegde wet binnen deze
kolonie de vereischte publiciteit te gevent luidende dezelve als volgt:
(Gouvemementsblad n°. 6.)
WET van den 2f>sten April 1838, houdende wijzigingen der
reglementaire bepalingen omtrent den in- en uitvoer van slaven
in de Nederlandsche West-Indische bezittingen, vervat in de
publicatie van den V&l^sten October 1830 (...”
|
|