Your search within this document for 'anker' resulted in nine matching pages.
1

“...16 1820. N°. 15. giale operatien, verlossingen enz. mogen berekenen, dan bij het volgend tarief is bepaald. TARIEF voor de genees-, heel- en vroedmeesters van het eiland St. Eustatius. Elke eerste visite in het Boven- of Benedendorp, drie pezos van achten. Dito in het land, niet verder dan de plantages Fairplay, Schotsenhoek en Zorg en Rust, vier pezos van achten en vier realen. Dito verder dan voorzegde plantages, zes pezos van achten. Dito aan boord van een vaartuig af en aan, of ten anker liggende, elf pezos van achten. Consultatien met één of meer doctoren, voor elk vijf pezos van achten. Voor elke volgende visite in het Boven- of Benedendorp, vier realen. Dito niet verder dan de plantages Fairplay, Schotsenhoek en Zorg en Rust, een pezos van achten. Dito verder dan gemelde plantages, een pezos van achten en vier realen. Voor alle visiten, welke men van een doctor des nachts , te weten van 8 ure des avonds tot daglicht 's morgens, zal requireren, zal het dubbel der eerste visite betaald...”
2

“...echter alleen door hem worden ingevorderd, wanneer de voorwerpen werkelijk door hem zullen zijn gewogen, gemeten of geroeid, bij welke gelegenheid hg eene nota van het ge- wigt zal moeten afgeven, met aanduiding door en aan wien afgeleverd, en daarvan in een register aanteekening houden, voor certificaten van gewigt voor vijf schalen n 0.10 of minder. . . . . ..... . . . • . » 1.00 van vijf tot tien . . . . . . ., . ., . . i) 2.00 over de tien 15. Loods- en avenmeester: voor het loodsen en ten anker brengen van oorlogs- schepen : » 4.00 een linieschip » 24.00 een fregat. . . . » 16.00 eene korvet of brik . . . .- . . . » 12.00 eene schoener of bark ...... ... koopvaardijschepen: » 8.00 een driemastschip. . . . » 12.00 eene brik n 10.00 eene groote schoener » 6.00 kleine vaartuigen voor het adsisteren bij het vertuigen van eenig » 4.00 groot vaartuig n 5.00 een klein vaartuig ....... '» 2.00...”
3

“...ure, met uitzondering echter van Zón- en feestdagen, ter ver- vulling van deze zijne functien te zijnen kantore te vaceren. Art. 3. Bij de aankomst van eenig vaartuig op de reede, hetzij hetzelve slechts af- en aanlegt om met den wal communicatie te hebben, of ten anker wil komen, zal de schipper of wel de hem in rang opvolgende persoon van de equipagie verpligt zijn, zich allereerst te begeven bij den Komman deur des eilands, teneinde van deszelfs arrivement kennis te geven, en vervolgens ter gouvernements-secre- tarie, ten einde aldaar over te geven de brieven, welke bij mogt hebben medegebragt, alsmede eene lijst van de door hem aan- gebragte passagiers en derzelver paspoorten. Binnen de vier en twintig uren nadat hij het anker zal hebben laten vallen, zal hij, of wel de hem in rang opvolgende personen, daarenboven verpligt zijn om aan het kantoor van in- en uit- klaring een manifest van zijne lading in te leveren, en de zee- brieven, zeepassen en verdere scheepspapieren te deponeren ten...”
4

“...gelost worden dan nadat de inklaring zal hebben plaats gehad, op poene van vijftig gqlden boete. Art. 5. Geen vaartuig, reeds geankerd zijnde , zal het anker weder mogen ligten of onder zeil gaan dan op een te dien einde door den Kom* mandeur afgegeven permissie-biljet, hetwelk door den Kommandant van het fort Oranje, ten verzoeke van den schipper, zal moeten worden afgeteekend, op poene van door het geschut verpligt te worden van andermaal te ankeren, in welk geval de schipper voor het eerste schot zal betalen vijf gulden, voor het tweede tien en voor elk volgend vijftien gulden. Art. 6. Geene vaartuigen zullen op deze reede langer mogen af- en aan- leggen dan gedurende een tijdvak van 10 achtereenvolgende uren. De vaartuigen, die op dezelve af- en aanleggen , zullen gehouden zijn zulks te doen te loefwaard aan lij, of buiten de ten anker liggende vaartuigen. Het zal aan geen vaartuig geoorloofd zijn, na zonsondergang af- en aan te leggen zonder daartoe van den Kommandeur speciale vergunning...”
5

“...136 1830. N«. 52. schriftelijke toestemming des Kommandeurs, die zonder dringende redenen zulks niet zal weigeren. De vaartuigen, welke v&n deze toestemming wenschen gebruik te maken, zullen dezelve aan den kommandant van het fort Oranje moeten vertoonen en door denzelve doen aflteekenen. Zonder de inachtneming van deze formaliteiten vertrekkende, zullen dezelve door het geschut gedwongen worden om weder ten anker te komen, en voor het eerste schot betalen vijf , voor het tweede tien en voor elk meerder vijftien gulden. Art. 24. Alle binnenkomende schepen en vaartuigen zullen aansprakelijk zijn voor zoo door den schipper als door het scheepsvolk te in- curreren boete of verschuldigde kosten wegens begane misdry ven of overtredingen, alsmede voor alle verpleegkosten, welke ter oorzake van de inname en het verzorgen van kranke schepelingen aan eenig openbaar etablissement mogten zijn of worden verschuldigd. Art. 25. , Ingeval aan boord van eenig zich ter reede van St. Eustatius bevindend...”
6

“...1831. No. 60. 18a- gerekend dezulken, welken; ofschoon geen burgers-, door den Kom- mandeur, ingevolge art. van het Algemeen Reglement op het beleid der regering enz., de inwoning zal worden toegelaten, en binnen dezelve met hun gezin en slaven (indien zij eenige hebben} werkelijk woonachtig zijn, en daardoor gelijk de burgers deel nemen in het dragen der overige directe en indirecte belastingen. Art. 14. Eenig Amerikaansch of ander vaartuig op deze reede ten anker komende, en derzelver lading geheel of gedeeltelijk, zonder aan wal op te slaan, uitsluitende, hetzij dezelve aan een gevestigd koopman is geconsigneerd of niet, zal daartoe eene schriftelijke- permissie moeten obtineren, zoo als bij art. 9 ten opzigte der pa- tenten is bepaald, en eene belasting betalen geëvenredigd naar de waarde der lading; welke belasting, wanneer de lading niet is- geconsigneerd, zoo na mogelijk zal worden gesteld op 2 percent, doch geconsigneerd zijnde, op één pet. op de geheële lading. Art. 15. Geene als...”
7

“...laten; dat voorzigtigheid mitsdien dicteert, on^ ten deze eenigë provi- sionele voorzieningen te maken en daaraan onmiddellijk publiciteit te geven, alzoo, hangende het opzenden ter approbatie naar Suri- name van de zoodanige te emaneren bepalingen, de eigenaren van slaven binnen deze kolonie aan groote en onherstelbare verliezen zouden worden geëxponeerd, hebben besloten: 1°. provisioneel en onder approbatie van Hooger hand te bepalen, gelijk geschiedt bij deze, dat alle schippers der alhier ten anker liggende koopvaardijschepen verpligt zullen zijn om hunne booten na zonsondergang binnen boord te nemen of aan den achtersteven op te halen en vast te maken; 2°. dat wanneer om eene of andere redenen , het aan eenïgen schipper moeijjelijk of onmogelijk mogt zijn om deszelfs boot of booten binnen boord te nemen, en hij derhalve verpligt mogt zijn dezelve gedurende den nacht in het water të laten, alsdan een waakzaam oog (door het plaatsen van een of meer matrozen in zoodanige boot of booten) zal...”
8

“...de reeder3 blootstelden, de publicatie, in dato 9 Mei 1832 door Kommandeur in Rade gearresteerd en door den Gouverneur- Generaal, bij resolutie van den27sten Julij deszelvenjaars,n°. 748/666, goedgekeurd, zouden hebben achtervolgd, Wij nagelaten hebben lenige bepaalde straf of geldboete daarbij vast te stellen; Overwegende, dat, sedert de afkondiging der bedoelde publicatie, tot twee malen toe slaven van dit eiland zijn gevlugt met sloepen of kano's, behoorende aan vaartuigen op deze reede ten anker gekomen; Overwegende, dat in het êene geval het niet bewezen is, dat de sloep buiten boord was, en de schipper zich heeft verontschul- digd met het voorgeven dat de kano door de gevlugte slaven van binnen boord genomen is geworden; en in het ander geval, dat de slaaf, welke met dezelve heeft willen vlugten, te'Saba is beland, aldaar opgevat en aan zijnen eigenaar terugbezorgd is geworden, waardoor de schipper de straf is ontkomen, welke zijne nalatigheid verdiende, Zoo is het, dat Wy, den kolonialen...”
9

“...1834. N°. 79. 249 N». 79. PUBLICATIE. IN NAAM DES KONINGS. De Gezaghebber der kolonie St. Eustatius en Saba, Allen, die deze zullen zien, of hooren lezen, salut 1 doet te weten: Overwegende dat schippers en stuurlieden van kleine vaartuigen, alhier of in de naburige eilanden t’huis behoorende en welke volgens bestaande verordeningen, voor zooverre deze kolonie be- treft, vrije personen moeten zijn, de gewoonte hebben aangenomen om wanneer hunne vaartuigen op deze reede ten anker liggen, aan wal te vernachten en de bewaring van hun onderhebbend vaartuig aan het overige scheepsvolk (veelal slaven) over te laten, waardoor de goede ingezetenen aan zware verliezen worden bloot- gesteld, . Zoo is het, dat Wij, den Kolonialen Raad in de vergaderingen van den 14den Julij en 24 dezer gehoord hebbende, hebben goed- gevonden en verstaan te statueren, zoo als Wij goedvinden te statueren bij deze: Art. 1. Eenig vaartuig, hier of op de naburige eilanden t’huis behoo- rende en waarvan de equipage meer...”