1 |
|
“...267
landbouwers.” Het daar te geven onderwijs strekt zich daarom
ook verder uit, en zal »meer algemeen ontwikkelend en tot studio
voerend moeten zijn.”
De hoogere burgerscholen zijn van drie- of vijfjarigen cursus.
Het op die inrichtingen te geven onderwijs omvat de wis-, na-
tuur- en werktuigkundige wetenschappen, de staathuishoudkunde,
de kennis van de gemeente-, provinciale- en staats-inrichting, de
handelswetenschappen, de levende talen en hare letterkunde, de
geschiedenis, aardrijkskunde, enz. De wet bepaalt, dat er ten
minste vijftien Rijks-hoogere burgerscholen moeten worden opge-
richt, waaronder minstens vijf met vijfjarigen cursus. Met milde
hand heeft de regeering aan dit voorschrift voldaan 1).
Voor het overige worden de hoogere burgerscholen in openbare
of bijzondere onderscheiden. De eerstgenoemde zijn die, welke
van rijkswege zijn tot stand gebracht en onderhouden worden,
alsmede de gemeentelijke instellingen, welke echter van wege den
Staat gesubsidieerd kunnen worden, en...”
|
|